ECLI:NL:RBDHA:2025:24054
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot afschrift van financiële stukken in kort geding tussen ex-echtgenoten
In deze zaak, die op 16 december 2025 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, heeft de man, eiser in kort geding, een vordering ingesteld tegen de vrouw, gedaagde, met betrekking tot het verstrekken van financiële stukken van haar onderneming. De partijen zijn voormalige echtgenoten en hebben in hun echtscheidingsconvenant afspraken gemaakt over partneralimentatie. De man heeft echter de overeengekomen alimentatie niet voldaan en heeft inzage in de financiële stukken van de vrouw nodig om een verzoek tot wijziging van de alimentatie in te dienen. De vrouw heeft geweigerd om de gevraagde stukken te verstrekken, wat heeft geleid tot deze procedure.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de man voldoende belang heeft bij het verkrijgen van de jaarrekeningen van de onderneming van de vrouw voor de periode 2019 tot en met 2025, omdat deze informatie essentieel is voor zijn verzoek tot wijziging van de partneralimentatie. De vrouw is veroordeeld om deze stukken binnen zeven dagen na betekening van het vonnis te verstrekken, met een dwangsom van € 100 per dag(deel) voor het geval zij hieraan niet voldoet. De vordering van de man om een onderbouwde specificatie van een factuur te ontvangen is afgewezen, omdat de vrouw al voldoende informatie had verstrekt. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.