Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten in conventie en in reconventie
3.Het geschil
5.De beslissing
€ 10.000;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, die op 16 december 2025 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee buren, [partij A] en [partij B], over de plaatsing van een deurbelcamera door [partij B]. [partij A] stelt dat de deurbelcamera een ongerechtvaardigde inbreuk op zijn privacy maakt, omdat deze zicht biedt op zijn woning en tuin. De voorzieningenrechter oordeelt dat de deurbelcamera inderdaad een inbreuk op de privacy van [partij A] vormt en dat [partij B] deze moet verwijderen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van [partij A] tot het verbieden van nieuwe camera's en het verbieden van [partij A] om zich in de tuin van [partij B] te bevinden af. De voorzieningenrechter oordeelt dat de belangenafweging in het voordeel van [partij A] uitvalt, omdat de camera in de huidige positie niet gerechtvaardigd is. [partij B] wordt veroordeeld tot het betalen van de buitengerechtelijke kosten van [partij A] en de proceskosten. De vorderingen van [partij B] in reconventie worden afgewezen, omdat de voorzieningenrechter geen onrechtmatige inbreuk op haar privacy door [partij A] kan vaststellen.