ECLI:NL:RBDHA:2025:24096

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 december 2025
Publicatiedatum
16 december 2025
Zaaknummer
NL25.59992
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van de maatregel van bewaring van een Marokkaanse vreemdeling

Op 16 december 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de maatregel van bewaring van een Marokkaanse vreemdeling. Eiser, die stelt geboren te zijn in 1989 en de Marokkaanse nationaliteit te bezitten, had beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel van bewaring die op 5 november 2025 door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd. Eiser verzocht tevens om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 11 december 2025 gesloten.

De rechtbank overweegt dat zij eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring heeft getoetst en dat deze tot het sluiten van het onderzoek rechtmatig was. De toetsing richtte zich op de vraag of het voortduren van de maatregel sinds 17 november 2025 rechtmatig was. Eiser heeft geen gronden ingediend tegen de voortduring van de maatregel. De rechtbank concludeert dat het voortduren van de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en wijst het beroep ongegrond. Ook het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.59992

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. R.W. Koevoets),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft op 5 november 2025 aan eiser de maatregel van bewaring opgelegd. [1] Deze maatregel duurt nog voort.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten op 11 december 2025.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [datum] 1989 en de Marokkaanse nationaliteit te hebben.
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag heeft gelegen rechtmatig was. [2] Daarom staat nu, voor zover dat in beroep wordt aangevochten, ter beoordeling of sinds 17 november 2025 het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is.
4. De rechtbank stelt vast dat eiser geen gronden heeft ingediend tegen de voortduring van de maatregel van bewaring.
5. De rechtbank komt ambtshalve niet tot het oordeel dat het voortduren van de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek op enig moment onrechtmatig was. De opmerking van eiser in het inleidend beroepschrift dat hij naar verluidt drie dagen in een politiecel is geplaatst in plaats van het detentiecentrum treft verder geen doel. Uit het voortgangsrapport blijkt namelijk dat eiser sinds de oplegging van de huidige maatregel van bewaring enkel in het detentiecentrum heeft verbleven.
6. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep ongegrond; en
 wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan op 16 december 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Rb Den Haag (zittingsplaats Middelburg) 17 november 2025, ECLI:NL:RBHDA:2025:21598.