ECLI:NL:RBDHA:2025:24272
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen eigen bijdrage in kosten van opvang asielzoekers
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 december 2025 uitspraak gedaan in de zaken AWB 25/18198 en AWB 25/18200, waarbij eiser, een asielzoeker, in beroep ging tegen besluiten van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) over de eigen bijdrage in de kosten van zijn opvang. De bestreden besluiten, genomen op 18 augustus 2025, stelden dat eiser een eigen bijdrage verschuldigd was voor de maanden februari en maart 2025, omdat hij inkomen had gegenereerd uit loondienst. Eiser betwistte de hoogte van deze eigen bijdrage en stelde dat het COa niet zorgvuldig had gehandeld bij het vaststellen van zijn inkomen en verplichtingen. Hij voerde aan dat zijn persoonlijke omstandigheden, zoals schulden en onderhoudsverplichtingen, niet in de beoordeling waren meegenomen.
De rechtbank overwoog dat de eigen bijdrage op basis van de Regeling eigen bijdrage asielzoekers met inkomen en vermogen 2008 (Reba) moet worden vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de middelen waarover de asielzoeker beschikt. De rechtbank oordeelde dat het COa niet in strijd had gehandeld met de onderzoeksplicht en het zorgvuldigheidsbeginsel, omdat eiser zijn stellingen over persoonlijke omstandigheden niet had onderbouwd met objectieve en verifieerbare stukken. De rechtbank concludeerde dat de bestreden besluiten niet in strijd waren met het unierechtelijk evenredigheidsbeginsel en dat de vastgestelde eigen bijdrage rechtmatig was.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank de beroepen van eiser kennelijk ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.