ECLI:NL:RBDHA:2025:24288
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding met nevenvoorzieningen afgedaan zonder zitting met instemming van partijen
Op 12 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een echtscheidingszaak tussen een vrouw met de Georgische nationaliteit en een man met de Nederlandse nationaliteit. De vrouw had op 13 mei 2025 een verzoekschrift ingediend voor echtscheiding, waarbij zij stelde dat het huwelijk duurzaam was ontwricht. Beide partijen hebben ingestemd met afdoening zonder mondelinge behandeling, wat op 7 oktober 2025 is bevestigd via F9-formulieren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, aangezien de gewone verblijfplaats van partijen in Nederland was ten tijde van de indiening van het verzoekschrift. De rechtbank heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen op basis van artikel 10:56 van het Burgerlijk Wetboek.
Daarnaast heeft de man verzocht om het huurrecht van de echtelijke woning, waar de vrouw geen aanspraak op maakte. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, omdat de vrouw medehuurder is geworden door het huwelijk. De man heeft ook verzocht om een verklaring voor recht dat partijen niets van elkaar te vorderen hebben in het kader van de verdeling van de huwelijksgemeenschap, maar dit verzoek is door de rechtbank afgewezen, gezien het verweer van de vrouw. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.