ECLI:NL:RBDHA:2025:24334
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen beëindiging Ziektewetuitkering
Op 18 december 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen de beëindiging van de Ziektewetuitkering van de verzoeker. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet op tijd is betaald. De griffier had de verzoeker in de gelegenheid gesteld om het griffierecht van € 53,- binnen twee weken te betalen, maar de verzoeker heeft dit niet gedaan. De voorzieningenrechter heeft geen verontschuldiging voor het verzuim ontvangen van de verzoeker. Hierdoor heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek niet inhoudelijk te beoordelen en het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier S.I. Teunissen en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.