ECLI:NL:RBDHA:2025:24499
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 december 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Verzoeker, die onbekend is vertrokken, had zijn asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de minister van Asiel en Migratie niet-ontvankelijk verklaard op 13 augustus 2025. Dit besluit was gebaseerd op artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet 2000. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL25.39049) die betrekking heeft op het beroep van verzoeker. Hierdoor is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.