ECLI:NL:RBDHA:2025:24559

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2025
Publicatiedatum
19 december 2025
Zaaknummer
NL25.42609
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Indonesische eiseres afgewezen wegens ongeloofwaardigheid van bedreigingen door ex-echtgenoot

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van een Indonesische eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres diende op 16 augustus 2025 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, die door de minister van Asiel en Migratie op 31 augustus 2025 als ongegrond werd afgewezen. De rechtbank behandelde het beroep op 25 november 2025, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, maar de verweerder niet. Eiseres, geboren in 1981, heeft verklaard dat zij slachtoffer is van huiselijk geweld door haar ex-man, wat haar heeft doen besluiten Indonesië te verlaten. De verweerder heeft echter de geloofwaardigheid van haar verklaringen betwist, onder andere omdat eiseres slechts één bewijsstuk van bedreigingen heeft overgelegd en inconsistenties in haar verklaringen heeft aangetoond. De rechtbank oordeelt dat de verweerder de problemen van eiseres met haar ex-man niet onterecht ongeloofwaardig heeft geacht. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag niet onzorgvuldig is en dat het beroep ongegrond is. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.42609

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], V-nummer: [v-nummer], eiseres

(gemachtigde: mr. B. Manawi),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres heeft op 16 augustus 2025 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 31 augustus 2025 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 25 november 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en I.R. Tjandrakesuma als tolk. Verweerder heeft voorafgaand aan de zitting medegedeeld niet aanwezig te zullen zijn vanwege capaciteitsgebrek.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
Het asielrelaas
2. Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1981 en heeft de Indonesische nationaliteit. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Tijdens haar eerste huwelijk is eiseres slachtoffer geworden van huiselijk geweld. In 2009 is zij gescheiden van haar eerste echtgenoot. In 2023 heeft eiseres haar huidige echtgenoot leren kennen. Toen haar ex-man hier in 2024 achter kwam, accepteerde hij dit niet. Hij begon eiseres en haar echtgenoot te bedreigen. Op 14 augustus 2025 is de echtgenoot van eiseres mishandeld door een handlanger van haar ex-man. Naar aanleiding hiervan heeft eiseres Indonesië verlaten. Bij terugkeer naar Indonesië vreest zij dat haar ex-man haar zal vermoorden.
Het bestreden besluit
3. Verweerder vindt de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig. De problemen met de ex-man van eiseres vindt verweerder niet geloofwaardig, omdat haar verklaringen geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen. Eiseres stelt dat zij veelvuldig bedreigd is door haar ex-man, maar heeft hier maar één bericht van kunnen overleggen. Ook heeft eiseres wisselend verklaard over het moment dat zij plannen kreeg om Indonesië te verlaten en de reden van haar visumaanvraag. Verder vindt verweerder het niet aannemelijk dat eiseres na zo een lange tijd ineens lastig gevallen wordt door haar ex-man. Ook valt niet in te zien dat eiseres het Suikerfeest in 2025 met haar ex-schoonfamilie heeft gevierd terwijl zij toen al bedreigingen ontving van haar ex-man. Daarnaast heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat haar ex-echtgenoot wetenschap heeft gekregen van haar huwelijk. Tot slot werpt verweerder tegen dat eiseres zelf vrijwel geen pogingen heeft gedaan om haar ex-echtgenoot te stoppen. Eiseres heeft geen ander telefoonnummer genomen, heeft geen pogingen gedaan om binnen Indonesië te verhuizen, en heeft geen aangifte gedaan. Omdat de problemen met de ex-man van eiseres niet geloofwaardig bevonden zijn, heeft verweerder geconcludeerd dat eiseres niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel. Verweerder heeft aan eiseres een terugkeerbesluit opgelegd naar Indonesië.
Wat vindt eiseres in beroep?
4. Verweerder heeft ten onrechte de problemen van eiseres met haar ex-man niet geloofwaardig gevonden. Het eisen van meerdere schriftelijke bedreigingen als voorwaarde voor geloofwaardigheid is in strijd met artikel 4, vijfde lid, van de Kwalificatierichtlijn [1] . Eiseres heeft verklaard dat zij de meeste berichten heeft gewist, omdat het psychisch te zwaar was om deze te bewaren. Daarbij had verweerder ook het overgelegde ziekenhuisrapport en de overige verklaringen in onderlinge samenhang moeten beoordelen. Eiseres bestrijdt ook dat haar verklaringen over de reden van haar visumaanvraag tegenstrijdig zijn. Zij heeft vanaf het begin verklaard dat zij beschikte over een toeristenvisum en dat zij dit visum uiteindelijk heeft gebruikt om naar Nederland te vluchten nadat de bedreigingen door haar ex-echtgenoot onhoudbaar waren geworden. Verder vindt verweerder het ten onrechte niet aannemelijk dat de bedreigingen van de ex-man van eiseres in 2024 opnieuw zijn begonnen nadat zij hertrouwde. Het hertrouwen van eiseres vormde, juist in de culturele en maatschappelijke context in Indonesië, een duidelijke aanleiding voor de hernieuwde agressie. Eiseres kon zich tijdens familiefeesten, zoals het Suikerfeest, niet onttrekken aan de aanwezigheid van haar ex-echtgenoot, omdat sociale verplichtingen en druk vanuit haar dochter en ex-schoonfamilie hierin een rol speelden. Eiseres kan zich ook niet verenigen met het oordeel van verweerder dat het niet aannemelijk zou zijn dat haar ex-echtgenoot kennis heeft genomen van haar huwelijk. Haar ex-man is hier door middel van contacten bij de autoriteiten en via de lokale gemeenschap van op de hoogte geraakt. Verder werpt verweerder ten onrechte tegen dat eiseres onvoldoende pogingen heeft ondernomen om bescherming in te roepen tegen de bedreigingen. Eiseres heeft toegelicht dat zij haar telefoonnummer niet kon wijzigen omdat zij dit telefoonnummer ook gebruikte voor haar eigen onderneming. Ook heeft eiseres gemotiveerd uiteengezet dat aangifte doen geen reële optie was omdat de politie huiselijk geweld en bedreigingen structureel niet serieus neemt. Omdat de afwijzing van de asielaanvraag niet deugdelijk is gemotiveerd, is het opleggen van een terugkeerbesluit disproportioneel en in strijd met de vereisten van zorgvuldigheid en evenredigheid. Tot slot was verweerder eerst voornemens om de aanvraag af te wijzen als kennelijk ongegrond. Dat verweerder dit heeft laten vallen in het bestreden besluit, onderstreept dat het relaas van eiseres niet kennelijk tegenstrijdig of ongeloofwaardig is en dat een nadere inhoudelijke beoordeling noodzakelijk was. De aanvankelijke afwijzing als kennelijk ongegrond getuigt van een gebrek aan zorgvuldigheid. Bovendien dient de rechtbank vast te stellen dat de beschikking uitsluitend kan worden getoetst binnen de kaders van een reguliere ongegrondverklaring en niet binnen de versnelde procedure.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Aanvankelijk voornemen kennelijk ongegrond
5. De rechtbank is van oordeel dat uit het feit dat verweerder eerst voornemens was de aanvraag van eiseres af te wijzen naar kennelijk ongegrond, maar hier in het bestreden besluit van heeft afgezien, niet blijkt dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid. Door eiseres de gelegenheid te hebben gegeven in de zienswijze te reageren op het voornemen om de aanvraag als kennelijk ongegrond af te doen en vervolgens naar aanleiding van deze zienswijze af te zien van de kennelijk ongegrondverklaring, heeft verweerder juist procedurele zorgvuldigheid in acht genomen. Ook blijkt hieruit niet dat een nadere inhoudelijke beoordeling nodig was. Verweerder beoordeelt namelijk eerst of een aanvraag ongegrond is, en pas daarna of de aanvraag tevens als kennelijk ongegrond kan worden afgewezen. [2]
6. Uit artikel 83b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw) volgt dat de rechtbank binnen vier weken na het instellen van het beroep uitspraak doet indien de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel is afgewezen binnen een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen aantal dagen. In het Vreemdelingenbesluit is bepaald dat voor het onderzoek naar een asielaanvraag in een aanmeldcentrum zes dagen beschikbaar zijn. [3] Omdat de aanvraag van eiseres binnen deze zes dagen in de Algemene Asielprocedure is afgewezen, is de versnelde procedure dan ook – anders dan eiseres lijkt te betogen – wel degelijk van toepassing.
Geloofwaardigheid problemen met ex-echtgenoot
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de problemen van eiseres met haar ex-man ongeloofwaardig heeft kunnen vinden. Verweerder heeft eiseres kunnen tegenwerpen dat zij niet meer dan één WhatsApp-bericht van de bedreigingen heeft kunnen overleggen. Verweerder heeft de verklaring van eiseres hiervoor, namelijk dat zij de berichten heeft verwijderd omdat het psychisch te zwaar voor haar was om deze te bewaren, niet hoeven volgen, omdat dit niet rijmt met het feit dat ze vervolgens één bericht wel bewaard heeft. In tegenstelling tot wat eiseres stelt, heeft verweerder het overleggen van meerdere schriftelijke bedreigingen niet als vereiste voor geloofwaardigheid gesteld. Verweerder heeft enkel deze tegenwerping als één van de argumenten gebruikt om het relaas niet geloofwaardig te achten, en heeft hiernaast ook andere argumenten gebruikt. Zo heeft verweerder ook kunnen tegenwerpen dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar ex-echtgenoot achter haar tweede huwelijk is gekomen. Eiseres heeft haar stelling dat haar ex-man vroeger gewerkt heeft bij de ambassade en daardoor contacten zou hebben bij de autoriteiten, niet onderbouwd. Daarbij heeft eiseres gesteld dat traditionele huwelijken vaak bekend worden in de lokale gemeenschap, maar dit rijmt niet met de andere stelling van eiseres dat de temporele samenloop van haar huwelijk en de bedreigingen onderbouwt dat haar ex-man achter het huwelijk was gekomen. Eiseres heeft namelijk verklaard dat de bedreigingen zijn begonnen na haar civielrechtelijke huwelijk in november 2024, terwijl zij vanaf december 2023 al traditioneel gehuwd was. Verweerder heeft daarnaast tegen kunnen werpen dat de verklaringen van eiseres dat haar ex-man haar bedreigde, niet stroken met haar verklaring dat zij, na aanvang van die bedreigingen, nog naar haar ex-schoonfamilie is gegaan om daar het Suikerfeest te vieren. De uitleg van eiseres dat zij zich hier niet aan kon onttrekken vanwege sociale verplichtingen, komt niet overeen met de correcties en aanvullingen op het nader gehoor waarin is aangegeven dat de uitnodiging voor het Suikerfeest gericht waren aan de dochter van eiseres en eiseres zelf op eigen initiatief is meegegaan. Niet valt in te zien dat zij is meegegaan als zij daar de man zou tegenkomen die haar bedreigt. Verder heeft verweerder kunnen overwegen dat eiseres wisselend heeft verklaard over het moment dat zij plannen kreeg om Indonesië te verlaten en de reden van haar visumaanvraag. Enerzijds heeft eiseres namelijk verklaard dat zij al vóór het aanvragen van het visum van plan was om uit Indonesië te vluchten, en anderzijds dat zij het visum in eerste instantie heeft aangevraagd om haar schoonfamilie te bezoeken en vervolgens pas nadat haar man aangevallen was heeft besloten om het visum te gebruiken om uit Indonesië te vluchten.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.
9. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. van Dokkum, rechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Bakker, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen een week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (herschikking).
2.Zie paragraaf C2/7 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc).
3.Artikel 3.110, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb).