ECLI:NL:RBDHA:2025:2488
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvragen en niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 19 februari 2025 uitspraak gedaan in drie afzonderlijke zaken met betrekking tot asielaanvragen van eisers, die de Syrische nationaliteit hebben. De minister van Asiel en Migratie had op 28 september 2024 besluiten genomen om de asielaanvragen van eisers af te wijzen. Echter, op 14 januari 2025 heeft de minister deze besluiten ingetrokken. De eisers hebben de rechtbank laten weten dat zij de beroepen willen handhaven, maar nu gericht tegen het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen. De rechtbank heeft besloten om zonder zitting uitspraak te doen, wat door de eisers werd goedgekeurd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepen niet langer betrekking hebben op de ingetrokken besluiten, waardoor deze niet-ontvankelijk verklaard zijn. De asielaanvragen zijn op 14 mei 2023 ingediend, en de rechtbank oordeelt dat de minister niet tijdig heeft beslist. De beslistermijn is verlengd door de inwerkingtreding van het WBV 2023/3, maar de rechtbank concludeert dat de minister uiterlijk op 14 augustus 2024 had moeten beslissen. De beroepen zijn gegrond verklaard voor het niet tijdig nemen van besluiten.
De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak nieuwe besluiten te nemen op de asielaanvragen van eisers. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De rechtbank heeft de minister ook veroordeeld in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 907. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en biedt de mogelijkheid tot hoger beroep binnen vier weken na verzending.