ECLI:NL:RBDHA:2025:24989
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door prematuriteit en toepassing van het Besluit- en Vertrekmoratorium voor Syrië
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen de minister van Asiel en Migratie behandeld. Eiser heeft op 12 september 2023 een asielaanvraag ingediend, maar de minister heeft niet tijdig beslist. Eiser heeft de minister op 12 december 2024 in gebreke gesteld, maar deze ingebrekestelling kwam nadat de beslistermijn van zes maanden was verstreken. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister in beginsel binnen zes maanden een beslissing op de aanvraag diende te nemen, maar dat de minister door het instellen van een Besluit- en Vertrekmoratorium (BVM) voor Syrië, dat op 14 december 2024 in werking trad, niet in gebreke was. Het BVM gold tot en met 13 juni 2025, waardoor de beslistermijn niet liep tijdens de geldigheid van het moratorium. Eiser heeft zijn beroep op 19 juni 2025 ingesteld, maar dit was prematuur omdat de termijn van 14 dagen na de ingebrekestelling nog niet was verstreken. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.