ECLI:NL:RBDHA:2025:25103

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 december 2025
Publicatiedatum
24 december 2025
Zaaknummer
NL25.19955
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak tegen de minister van Asiel en Migratie

Op 24 december 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een verzoek om proceskostenvergoeding. De zaak betreft een groep verzoekers die een beroep hebben ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun bezwaarschrift door de minister van Asiel en Migratie. Na het indienen van het beroep heeft de minister alsnog een besluit genomen, waardoor de verzoekers hun beroep hebben ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister aan de verzoekers tegemoet is gekomen door een besluit te nemen na het indienen van het beroep. Hierdoor is de minister verplicht om de proceskosten van de verzoekers te vergoeden. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op een bedrag van € 453,50, dat door de minister moet worden betaald. De uitspraak is gedaan door rechter A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier O.T. Smit, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Verzoekers hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.19955

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[verzoekers], V-nummer: [nummer],

[verzoekers],V-nummer: [nummer],
[verzoekers],V-nummer: [nummer],
[verzoekers],V-nummer: [nummer],
[verzoekers],V-nummer: [nummer],
[verzoekers],V-nummer: [nummer],
gezamenlijk verzoekers,
(gemachtigde: mr. H.J. Janse),
en

de minister van Asiel en Migratie.

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoekers om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten.
1.1.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. Verzoekers hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun bezwaarschrift. Vervolgens heeft de minister alsnog een besluit genomen. Verzoekers hebben daarop het beroep ingetrokken en daarbij gevraagd om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten. [2]
3. De rechtbank stelt vast dat de minister na het indienen van het beroep tegen het niet tijdig beslissen alsnog een besluit heeft genomen. Daarmee is de minister aan verzoekers tegemoetgekomen. De minister dient daarom de proceskosten van verzoekers te betalen.
4. De minister heeft laten weten de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van
€ 453,50 te willen vergoeden.

Conclusie en gevolgen

5. Het verzoek wordt toegewezen. De minister moet de door verzoekers gemaakte proceskosten vergoeden. Deze kosten stelt de rechtbank vast op € 453,50. [3]

Beslissing

De rechtbank veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van
€ 453,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van O.T. Smit, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 8:75 en 8:75a van de Awb, nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht.
3.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door de gemachtigde verleende rechtsbijstand, waarbij 1 punt is gerekend voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 0,5.