ECLI:NL:RBDHA:2025:2530
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure inzake asielaanvraag
Op 20 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak AWB 24/12723, waarin verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M. Fouad Fattal, de minister van Asiel en Migratie heeft aangeklaagd. De rechtbank heeft in deze uitspraak beslist over het verzoek van verzoekster om de minister te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek als kennelijk gegrond wordt toegewezen, wat betekent dat verzoekster in het gelijk is gesteld. Dit gebeurde zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat de minister aan verzoekster tegemoet is gekomen door alsnog een beslissing te nemen op haar aanvraag van 16 januari 2024. Hierdoor kon de rechtbank de minister veroordelen in de proceskosten die verzoekster heeft gemaakt. De kosten zijn vastgesteld op € 453,50, gebaseerd op de regels van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Verzoekster heeft de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending.