Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[eiser] , eiser, V-nummer: [V-nummer 1] ,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 februari 2025 uitspraak gedaan in de asielaanvragen van twee Belarussische eisers. De eisers, geboren in respectievelijk 1990 en 1998, hebben op 19 november 2022 asiel aangevraagd in Nederland. De minister van Asiel en Migratie heeft hun aanvragen op 12 augustus 2024 afgewezen, met de motivering dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van de eisers geloofwaardig zijn, maar dat de gestelde problemen bij terugkeer naar Belarus niet aannemelijk zijn gemaakt. De rechtbank heeft de zaak op 23 januari 2025 behandeld, waarbij de eisers bijgestaan werden door hun gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank oordeelt dat de verklaringen van de eisers over een politiebezoek in november 2022 ongeloofwaardig zijn, omdat er onderlinge tegenstrijdigheden in hun verklaringen zijn. De eisers hebben niet overtuigend aangetoond dat hun deelname aan protesten de reden was voor het politiebezoek. De rechtbank wijst erop dat, hoewel deelname aan politieke protesten in Belarus vaak leidt tot problemen met de autoriteiten, dit niet automatisch geldt voor de individuele situatie van de eisers. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvragen ongegrond zijn en dat de eisers geen gegronde vrees voor vervolging hebben bij terugkeer naar Belarus.
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en de eisers hebben de mogelijkheid om binnen vier weken na verzending van de uitspraak een beroepschrift in te dienen bij de Raad van State als zij het niet eens zijn met de beslissing.