ECLI:NL:RBDHA:2025:261

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 januari 2025
Publicatiedatum
10 januari 2025
Zaaknummer
NL24.23622
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake inreisverbod en signalering

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 januari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die een zwaar inreisverbod en een besluit tot signalering voor de duur van 10 jaar heeft gekregen van de minister van Asiel en Migratie. Dit besluit is genomen op 3 juni 2024. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Het beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL24.23624.

De zitting vond plaats op 29 oktober 2024, waarbij de gemachtigde van de verzoeker en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. Na behandeling van het verzoek en het beroep heeft de voorzieningenrechter op dezelfde dag het onderzoek ter zitting gesloten. In de uitspraak van vandaag heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er inmiddels uitspraak is gedaan op het samenhangende beroep. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van mr. Y. van Wijk, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. Voor de leesbaarheid worden de minister en de staatssecretaris in deze uitspraak aangeduid als de minister.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.23622

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [v-nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. M.A.M. Karsten),
en
de minister van Asiel en Migratie [1] ,
(gemachtigde: mr. K. Jansen).

Inleiding

Bij besluit van 3 juni 2024 heeft de minister aan eiser een zwaar inreisverbod en een besluit tot signalering voor de duur van 10 jaar opgelegd.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Het beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL24.23624.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep, op 29 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de minister. Het onderzoek ter zitting is gesloten.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het samenhangende beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. Y. van Wijk, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.