ECLI:NL:RBDHA:2025:2631
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak tegen de minister van Asiel en Migratie
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D.W. Beemers, een beroep ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig had beslist op de nareisaanvraag van verzoeker. Op 5 december 2024 heeft de minister alsnog een inwilligend besluit genomen, waarna verzoeker het beroep heeft ingetrokken. Verzoeker heeft echter verzocht om de minister te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank overweegt dat de minister tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoeker door de aanvraag alsnog in te willigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister in de proceskosten moet worden veroordeeld, omdat verzoeker een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld. De rechtbank hanteert een wegingsfactor van 0,5, omdat de zaak van licht gewicht is. Uiteindelijk is er een bedrag van € 453,50 toegekend aan verzoeker, inclusief vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf en bekendgemaakt op 9 januari 2025.