Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen
[verzoekster], verzoekster, V-nummer: [V-nummer 1],
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 21 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL25.1231 en NL25.1229, waarin verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. M.B. van den Toorn-Volkers, een voorlopige voorziening vroegen. De verzoekers hadden eerder beroep ingesteld tegen besluiten van de minister van Asiel en Migratie, die hun asielaanvragen niet in behandeling had genomen op grond van de verantwoordelijkheid van Polen voor de behandeling van deze aanvragen.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan. Tijdens een eerdere mondelinge uitspraak op 20 februari 2025 in de zaken NL25.1230 en NL25.1228, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op de beroepen van verzoekers. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, wat leidde tot de afwijzing van de verzoeken.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.