Uitspraak
[naam] , eiser,
de Minister van Asiel en Migratie,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
28 maart 2023 [1] door deze rechtbank gegrond verklaard. Hierbij is het besluit vernietigd, met de opdracht aan de minister om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak.
Met het (nieuw) bestreden besluit (en het daarin ingelaste voornemen van 27 juni 2024) heeft de minister de aanvraag van eiser wederom afgewezen als ongegrond. [2] Bij de beoordeling van het asielrelaas van eiser heeft de minister de volgende elementen aangemerkt als relevant:
Eiser is het niet eens met het bestreden besluit van de minister. Wat hij daartoe in de gronden van beroep aanvoert, zal de rechtbank hierna bespreken.
Voor zover eiser erop heeft gewezen dat al hetgeen in de zienswijze is aangevoerd als herhaald en ingelast moet worden beschouwd, overweegt de rechtbank dat dit onvoldoende is om te kunnen aanmerken als een beroepsgrond waarop de rechtbank dient in te gaan. De minister is in het bestreden besluit immers uitgebreid ingegaan op de zienswijze van eiser. Daarom zal de rechtbank uitsluitend ingaan op wat eiser in beroep concreet heeft aangevoerd.
Eiser stelt dat de minister hem ten onrechte heeft tegengeworpen dat hij niet heeft onderbouwd waarom hij geen tijd heeft gehad om documenten te verzamelen gedurende tien jaar. Eiser heeft geen tijd gehad om stukken mee te nemen omdat hij onmiddellijk gevlucht is vanuit zijn woonomgeving naar Kano. Daar heeft eiser inderdaad twee maanden verbleven maar daarover heeft hij tijdens de gehoren ook al verklaard dat de vriend van zijn vader hem had verteld dat het gevaarlijk voor eiser was en dat hij niet meer in Nigeria kon blijven. Het was te gevaarlijk en lastig voor eiser om stukken, voor zover er al stukken waren, te proberen te verkrijgen. Van de Ogboni-sekte kon eiser geen stukken overleggen. Eiser was angstig door het incident en door wat hij van de vriend van zijn hoorde.
.De minister heeft dit eiser mogen tegenwerpen. Enerzijds is immers verklaard dat eiser veel mensen zag toen hij terugkeerde uit het bos om zijn ouders te zoeken [7] , dan zegt eiser dat hij dit nooit zou hebben gezegd [8] en dat hij in de namiddag zijn ouders is gaan zoeken [9] , wat eiser tijdens het aanvullend gehoor weer ontkent [10] en wat in de correcties en aanvullingen weer is gecorrigeerd zonder toelichting [11] . De minister stelt terecht dat eisers betoog dat het 10 jaar geleden is gebeurd, geen verschoonbare verklaring is voor het in korte tijd afleggen van wisselende verklaringen, met name nu het om een indrukwekkende gebeurtenis in eisers leven gaat. De minister stelt terecht dat eisers aanpassing in de correcties en aanvullingen zonder enige toelichting onvoldoende is om de tegenstrijdige verklaringen van eiser niet langer aan hem tegen te werpen. Eisers beroepsgrond dat hij in de correcties en aanvullingen van 7 maart 2024 wel degelijk op zoek is gegaan naar zijn ouders en ze heeft gezien, kan daarom niet slagen. De verwijzing naar eisers verklaringen in het aanvullend gehoor op bladzijde 5 kan niet tot een ander oordeel leiden, nu dit ook de tegenstrijdige verklaringen op dit punt niet wegneemt.
– anders dan de minister meent – opnieuw een motiveringsgebrek bevat. Het bestreden besluit is genomen in strijd met artikel 3:46 van de Awb [18] . Het beroep is om deze reden gegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit zal worden vernietigd.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.F. Aissa, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie
op rechtspraak.nl.