ECLI:NL:RBDHA:2025:2737

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 februari 2025
Publicatiedatum
24 februari 2025
Zaaknummer
NL25.577
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheidsbeginsel

Op 3 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie besloten om de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. Dit besluit is genomen op basis van het feit dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker. Verzoeker, die vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde mr. H. Meijerink, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting beoordeeld.

In de uitspraak van vandaag, met zaaknummer NL25.576, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan, is de voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen als kennelijk ongegrond. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, de voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, de griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, conform artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.577

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. H. Meijerink),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1. Bij besluit van 3 januari 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen omdat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag.
1.1.
Verzoeker het tegen het bestreden besluit beroep ingesteld (NL25.576). Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag (zaaknummer: NL25.576), heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af als kennelijk ongegrond.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht.