ECLI:NL:RBDHA:2025:2764

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 januari 2025
Publicatiedatum
25 februari 2025
Zaaknummer
24/6934 24/6935
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling na wijziging geboortedatum door de minister

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 31 januari 2025, wordt het verzoek van de verzoeker om een proceskostenveroordeling afgewezen. De verzoeker had eerder bezwaar gemaakt tegen een kennisgeving van de minister van Asiel en Migratie, waarin zijn geboortedatum werd gewijzigd. De rechtbank oordeelt dat de kennisgeving geen appellabel besluit is, waardoor de verzoeker geen bezwaar had kunnen indienen. De minister had op 12 november 2024 aangegeven de geboortedatum van de verzoeker te wijzigen naar [geboortedatum] 2007, maar omdat de grondslag van deze wijziging geen appellabel besluit is, bestaat er geen recht op proceskostenvergoeding. De rechtbank concludeert dat de minister gedeeltelijk tegemoet is gekomen aan de verzoeker, maar wijst het verzoek om proceskostenveroordeling als kennelijk ongegrond af. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: AWB 24/6934 en AWB 24/6935

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 januari 2025 in de zaak tussen

[verzoeker] , V-nummer: [V-nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. A.H. Hekman),
en

de Minister van Asiel en Migratie

(gemachtigde: mr. R.A. Mandersloot).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoeker om een veroordeling van de minister in de proceskosten. Verzoeker heeft dit verzoek gedaan bij de intrekking van zijn beroep en voorlopige voorziening tegen de beslissing op bezwaar van 8 april 2024 waarbij het bezwaar tegen de kennisgeving leeftijdswijziging van de minister niet-ontvankelijk is verklaard. Verzoeker heeft het beroep en de voorlopige voorziening ingetrokken omdat de minister op 12 november 2024 heeft aangegeven de geboortedatum van verzoeker te wijzigen naar [geboortedatum] 2007.
1.1.
De rechtbank heeft de minister in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten. De minister heeft de rechtbank meegedeeld dat er geen reden is om proceskosten te vergoeden omdat volgens hem geen sprake is van een besluit.
1.2.
De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af. Zij legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Wanneer wordt een bestuursorgaan in de proceskosten veroordeeld?
3. Als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan de bestuursrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. [2]
Is de minister aan verzoeker tegemoetgekomen?
4. De rechtbank moet dus beoordelen of de minister geheel of gedeeltelijk aan verzoeker is tegemoetgekomen.
4.1.
Op 30 november 2024 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het bestreden besluit waarin het bezwaar van verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard. Het bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard omdat volgens de minister de kennisgeving leeftijdswijziging geen besluit is.
4.2.
Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 18 december 2024, ECLI:NL:RVS:2024:5256 volgt dat de kennisgeving leeftijdswijziging wel een besluit is, maar geen appellabel besluit is omdat het dient ter voorbereiding op de asielaanvraag. De leeftijdswijziging kan daarom aan bod komen bij de procedure die gaat over de asielaanvraag. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat verzoeker geen bezwaar had kunnen indienen tegen de kennisgeving leeftijdswijziging en dat de minister het bezwaar niet-ontvankelijk heeft kunnen verklaren.
4.3.
De minister heeft op 12 november 2024 aangegeven de geboortedatum te wijzigen naar [geboortedatum] 2007. Hiermee is de minister tegemoet gekomen aan verzoeker, maar aangezien de grondslag van de leeftijdswijziging (de kennisgeving) geen appellabel besluit is, bestaat er geen recht op proceskostenvergoeding. De rechtbank wijst het verzoek daarom als kennelijk ongegrond af.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van
mr. A. Wilpstra-Foppen, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 31 januari 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:75a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Dit volgt uit artikel 8:75a van de Awb en is nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).