Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 2 december 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag van 27 juli 2023. De rechtbank heeft uitspraak gedaan buiten zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres heeft een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat deze prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.
De rechtbank stelt vast dat de minister van Asiel en Migratie, verweerder in deze zaak, heeft onderzocht of de asielaanvraag van eiseres niet in behandeling moest worden genomen op basis van de Dublinverordening. De rechtbank concludeert dat de beslistermijn voor de asielaanvraag van eiseres op 28 januari 2025 is geëindigd, en dat de ingebrekestelling van 30 oktober 2024 te vroeg is ingediend. Hierdoor is het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 24 februari 2025 door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.