In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 januari 2025 een beschikking gegeven inzake kinderalimentatie. De vrouw heeft een verzoek ingediend om de man, de vader van hun minderjarige kind, te verplichten tot het betalen van €1.000,-- per maand aan kinderalimentatie. De man heeft geen verweer gevoerd en is niet verschenen bij de mondelinge behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man zich volledig onttrekt aan zijn verantwoordelijkheden als vader en geen financiële informatie heeft verstrekt, waardoor de vrouw niet in staat was om een berekening te maken van de alimentatie. De rechtbank heeft op basis van de beschikbare informatie en de inkomenspositie van de man, die hoogopgeleid en werkzaam is in een leidinggevende functie, geoordeeld dat hij in staat is om de gevraagde alimentatie te betalen. De rechtbank heeft de alimentatie vastgesteld op €1.000,-- per maand, met ingang van de datum van de beschikking. Tevens is de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechtbank heeft in haar overwegingen het belang van het kind benadrukt en de impact van de afwezigheid van de vader op de ontwikkeling van het kind besproken. De rechtbank heeft de man aangespoord om na te denken over zijn rol als vader en de mogelijkheden voor contact met zijn kind.