ECLI:NL:RBDHA:2025:2941

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 februari 2025
Publicatiedatum
27 februari 2025
Zaaknummer
NL25.1936
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard wegens internationale bescherming in Bulgarije

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 februari 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Afghaanse nationaliteit, had op 14 november 2024 een asielaanvraag ingediend in Nederland, maar deze werd door de minister van Asiel en Migratie niet-ontvankelijk verklaard. De reden hiervoor was dat eiser internationale bescherming geniet in Bulgarije, waar hij op 28 juli 2023 een verzoek om bescherming had ingediend. De rechtbank heeft op 20 februari 2025 de zaak behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.

Eiser voerde aan dat hij in Bulgarije geen toegang heeft tot medische voorzieningen, wat zijn hepatitis B onbehandeld zou laten. Hij stelde dat hij door het beleid van de Bulgaarse autoriteiten niet kan integreren of een ziektekostenverzekering kan krijgen, wat hem in een catch-22-situatie zou brengen. De rechtbank oordeelde echter dat de Bulgaarse autoriteiten, ondanks de moeilijkheden voor statushouders, voldoende waarborgen bieden en dat eiser onvoldoende inspanningen heeft verricht om zijn rechten te effectueren. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigden dat de situatie in Bulgarije niet zodanig is dat statushouders structureel in materiële deprivatie terechtkomen.

De rechtbank concludeerde dat de minister terecht had geoordeeld dat eiser's asielaanvraag niet-ontvankelijk was en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.1936

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser,

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. N. Vollebergh),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder,

(gemachtigde: mr. M.M. van Duren).

Procesverloop

Bij besluit van 9 januari 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder eisers asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard. [1]
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 20 februari 2025 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is aanwezig [naam] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [datum] 1997 en de Afghaanse nationaliteit te hebben. Hij heeft op 14 november 2024 een asielaanvraag ingediend.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder eisers asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij internationale bescherming geniet in Bulgarije. Uit onderzoek in Eurodac is gebleken dat eiser op 28 juli 2023 een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend in Bulgarije. Op 3 december 2024 is aan de Bulgaarse autoriteiten gevraagd om eiser terug te nemen. In reactie op het terugnameverzoek hebben de Bulgaarse autoriteiten laten weten dat eiser per 8 januari 2024 internationale bescherming geniet in Bulgarije. Verweerder stelt zich derhalve op het standpunt dat eiser, nu hij al internationale bescherming heeft in Bulgarije, daarom naar Bulgarije kan terugkeren.
3. Eiser voert aan dat hij in Bulgarije geen toegang heeft tot (medische) voorzieningen, zodat zijn hepatitis B in Bulgarije onbehandeld blijft. Dat hij daar wel eerder een aantal consulten heeft gehad, maakt dit niet anders. Immers hebben die consulten kunnen plaatsvinden uit privémiddelen. Hiertoe is eiser niet langer in de gelegenheid. Het is voor eiser, door het beleid van de Bulgaarse autoriteiten tegenover statushouders, niet mogelijk om te integreren, arbeid te verrichten of een ziektekostenverzekering te krijgen. Hierdoor komt hij in een catch 22-situatie terecht. In dit kader verwijst eiser naar de update van het AIDA-rapport van 2023. [2] Verder heeft eiser, voor zover dat voor hem mogelijk was, voldoende inspanningen verricht om zijn rechten te effectueren.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Verweerder mag ten aanzien van Bulgarije uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De rechtbank verwijst daarvoor naar de uitspraak van de Afdeling [3] van 1 november 2023. [4] In deze uitspraak erkent de Afdeling dat de situatie in Bulgarije voor statushouders moeilijk is en dat zij tegen belemmeringen aanlopen wanneer zij de rechten die voortvloeien uit hun status willen effectueren. Ook krijgen de statushouders geen ondersteuning bij integratievoorzieningen vanuit de Bulgaarse autoriteiten. Deze omstandigheden hebben echter niet tot gevolg dat statushouders in het algemeen bij terugkeer naar Bulgarije het reële risico lopen dat zij terecht zullen komen in een toestand van zeer verregaande materiële deprivatie. Naar het oordeel van de Afdeling zijn de omstandigheden niet zodanig dat statushouders, structureel, op grote schaal en voor langere periodes het reële risico lopen dat zij geen toegang hebben tot fundamentele behoeften. Ook ten aanzien van de door eiser aangehaalde catch-22-situatie heeft de Afdeling in voornoemde uitspraak geoordeeld dat statushouders inderdaad het risico lopen in een dergelijke situatie terecht te komen, maar dat NGO’s [5] wel helpen bij integreren en dat statushouders bij de Bulgaarse autoriteiten kunnen klagen als zij in zo’n situatie terechtkomen. Anders dan eiser stelt, heeft hij dit onvoldoende volhardend gedaan. Daarbij heeft hij al enkele dagen na het verkrijgen van internationale bescherming Bulgarije verlaten om naar Nederland af te reizen, zodat niet is gebleken dat hij als
statushoudervoldoende inspanningen heeft verricht om zijn rechten te effectueren. [6] Zoals de Afdeling oordeelde, is de situatie die gekenmerkt is door de onzekerheid over een mogelijke catch-22-situatie en de gevolgen van het ‘zero integration policy’ van de Bulgaarse autoriteiten onvoldoende om de drempel uit het arrest Ibrahim [7] te halen. De update van het AIDA-rapport van 2023 bevat verder geen wezenlijk andere informatie dan de rapporten die zijn betrokken bij de voornoemde uitspraak van de Afdeling.
5. Ook in eisers medische omstandigheden wordt geen aanleiding gezien voor het oordeel dat verweerder ten aanzien van Bulgarije niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan uitgaan. Verweerder wijst er verder terecht op dat eiser niet kan worden aangemerkt als bijzonder kwetsbaar vanwege zijn hepatitis B, zeker nu de eerste behandeling in Nederland pas over drie maanden gepland staat. Verder mag verweerder, gelet op het interstatelijk vertrouwensbeginsel, ervan uitgaan dat de medische voorzieningen in Bulgarije vergelijkbaar zijn met die in Nederland. Daarnaast is niet in geschil dat hij voor zijn hepatitis B eerder is behandeld in Bulgarije. Dat dit uit privémiddelen heeft kunnen plaatsvinden en nu niet meer mogelijk zou zijn, maakt niet dat hij geen toegang heeft gehad (of opnieuw zal krijgen) tot medische voorzieningen. Daarbij is dit niet anders als voor Bulgaarse burgers zelf. Eiser kan dan ook niet worden aangemerkt als bijzonder kwetsbaar.
6. Verweerder heeft eisers asielaanvraag dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 26 februari 2025 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet (Vw).
2.Asylum Information Database, Country report update 2023 Bulgaria.
3.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
4.ABRvS 1 november 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3966.
5.Niet-gouvernementele organisaties.
6.Rapport aanvullend gehoor van 3 januari 2025, p. 5 en 6 van 13.
7.HvJEU 15 april 2022, ECLI:EU:C:2019:219.