In deze zaak heeft eiseres, een particulier, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) in een medische zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het beslissen op het bezwaar van eiseres is overschreden. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv van 8 juni 2023, waarin het Uwv terugkwam op een eerder besluit om haar WAO-uitkering te beëindigen. Eiseres heeft op 5 juli 2023 bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft niet tijdig op dit bezwaar beslist. De rechtbank heeft op 27 februari 2025 geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat het Uwv niet binnen de wettelijk gestelde termijn heeft beslist. De rechtbank heeft bepaald dat het Uwv binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat het Uwv de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van het betaalde griffierecht en de proceskosten zijn vastgesteld op € 907,-. De uitspraak is gedaan door rechter D.R. van der Meer en is openbaar uitgesproken op 27 februari 2025.