ECLI:NL:RBDHA:2025:2973
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak bestuursrechtelijke procedure inzake herstel van gebreken in besluit door uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Op 21 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Deze uitspraak volgt op een tussenuitspraak van 28 november 2024, waarin de rechtbank verweerder de gelegenheid bood om gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Eiseres had op 3 februari 2025 een aanvullend stuk ingediend, omdat de termijn voor herstel was verstreken zonder dat verweerder de gebreken had hersteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet tijdig om een verlenging van de termijn heeft verzocht en heeft het beroep gegrond verklaard. Het bestreden besluit is vernietigd en verweerder is opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, met inachtneming van deze uitspraak en de eerdere tussenuitspraak. Eiseres heeft recht op vergoeding van proceskosten, maar niet voor de kosten van rechtsbijstand door een derde, omdat zij in de beroepsprocedure niet door een advocaat was bijgestaan. De rechtbank heeft wel een vergoeding van € 11,27 voor proceskosten toegewezen en bepaald dat verweerder het betaalde griffierecht van € 51,- aan eiseres moet vergoeden.