Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de Minister van Asiel en Migratie,
(gemachtigde: R. Hopman).
Procesverloop
Overwegingen
Lichter middel
Ambtshalve toetsing
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 16 januari 2025 uitspraak gedaan in een procedure over de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De minister van Asiel en Migratie had op 29 oktober 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank overweegt dat het zicht op uitzetting naar Algerije aanwezig is, ondanks dat de presentatie bij de Algerijnse autoriteiten niet heeft plaatsgevonden vanwege de medische klachten van eiser. De minister heeft aangegeven dat hij afhankelijk is van de medewerking van de Algerijnse autoriteiten voor het plannen van een nieuwe presentatie. Eiser heeft de plicht om actief mee te werken aan het verkrijgen van de benodigde documenten voor zijn uitzetting. De rechtbank concludeert dat de minister voldoende voortvarend handelt in de uitzettingsprocedure en dat de beroepsgronden van eiser niet slagen.
De rechtbank heeft ook de beroepsgrond over het opleggen van een lichter middel beoordeeld, maar ziet geen aanleiding om van haar eerdere uitspraak af te wijken. De rechtbank oordeelt dat de maatregel van bewaring rechtmatig is en verklaart het beroep ongegrond. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 16 januari 2025.