In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 4 februari 2025, met zaaknummers NL24.49906 en NL24.49907, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die stelt de Somalische nationaliteit te hebben, heeft op 24 november 2024 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 8 december 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond, met een terugkeerbesluit naar Kenia. Eiser heeft vervolgens op 16 januari 2025 een aanvullend terugkeerbesluit voor Senegal ontvangen. Tijdens de zitting op 21 januari 2025 heeft eiser zijn asielmotief toegelicht, waarbij hij aanvoert dat hij problemen heeft ondervonden met Al Shabaab in Somalië en dat hij nooit de Keniaanse nationaliteit heeft gehad. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht is uitgegaan van de Keniaanse nationaliteit, omdat het Keniaanse paspoort van eiser als echt is bevonden door Bureau Documenten. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd dat het paspoort frauduleus is verkregen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.