ECLI:NL:RBDHA:2025:3297

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
5 maart 2025
Zaaknummer
11387341 MB VERZ 24-7237
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen feitelijke handeling inzake proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 januari 2025 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep dat was ingesteld door betrokkene tegen het uitblijven van de uitbetaling van een proceskostenvergoeding. Betrokkene had eerder een administratieve sanctie opgelegd gekregen, waartegen hij beroep had ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 15 januari 2025 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene en zijn gemachtigde waren niet verschenen.

De kantonrechter overwoog dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat het ging om een feitelijke handeling en niet om een besluit. De kantonrechter stelde vast dat het beroep was ingesteld tegen het uitblijven van de uitbetaling van de proceskostenvergoeding, wat geen besluit is, maar een feitelijke handeling. Volgens de wet is het niet mogelijk om beroep in te stellen tegen een feitelijke handeling van een bestuursorgaan. Daarom kon de kantonrechter het beroepschrift niet inhoudelijk beoordelen en werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak benadrukt het belang van het onderscheid tussen besluiten en feitelijke handelingen in het bestuursrecht. Het is cruciaal voor betrokkenen om te begrijpen dat alleen tegen besluiten beroep kan worden ingesteld, en dat feitelijke handelingen niet onder deze regeling vallen. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken en biedt inzicht in de procedurele aspecten van het indienen van beroep in het bestuursrecht.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats Den Haag
CJIB-nummer: 260581728
Registratienummer team straf: 11387341 MB VERZ 24-7237
Uitspraakdatum : 15 januari 2025
Beslissing van de kantonrechter, tevens houdende het opgemaakte proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[de betrokkene]
wonende dan wel gevestigd te: [postcode] '[woonplaats]
[adres], nader ook te noemen: betrokkene.
Gemachtigde: WOZ Beroep B.V.

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 januari 2025. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene en gemachtigde zijn niet ter zitting verschenen.

Overwegingen

Verkeersboete
Het gaat om een bedrag van € 119,00 (inclusief administratiekosten) wegens als bromfietser niet de rijbaan gebruiken als er geen verplicht fiets/bromfietspad aanwezig is (bord G12a) op 29 augustus 2023
Standpunt openbaar ministerie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld het beroep niet-ontvankelijk te verklaren omdat het niet mogelijk is om beroep in te stellen tegen een feitelijke handeling van een bestuursorgaan (of het uitblijven daarvan. Alleen tegen een besluit van een bestuursorgaan (of het uitblijven daarvan) kan beroep worden ingesteld.
Oordeel
Het beroep is niet-ontvankelijk.
Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.
De kantonrechter stelt vast dat betrokkene beroep heeft ingesteld tegen het uitblijven van de uitbetaling van de proceskostenvergoeding. Dit is geen besluit maar een feitelijke handeling, die achterblijft bij het besluit tot toekenning van die vergoeding.
Beroep tegen een feitelijke handeling is echter niet mogelijk. De kantonrechter kan het beroepschrift niet inhoudelijk beoordelen.

Beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F.X. Cozijn, kantonrechter, bijgestaan door
mr. F.X. Cozijn, griffier en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Den Haag, Team Straf en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.