Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 maart 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Ivoriaanse nationaliteit, had op 10 oktober 2024 een opvolgende asielaanvraag ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag echter buiten behandeling gesteld, omdat eiser niet binnen de gestelde termijn zijn originele paspoort heeft overgelegd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, stellende dat hij tijdig in Ter Apel was om zijn paspoort in te leveren, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet aan zijn verplichtingen had voldaan. De rechtbank heeft overwogen dat volgens artikel 30c van de Vreemdelingenwet een aanvraag buiten behandeling kan worden gesteld indien de vreemdeling niet voldoet aan verzoeken om informatie die van wezenlijk belang zijn voor zijn aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn aanvraag niet heeft onderbouwd met het gevraagde originele document en dat hij geen verschoonbare reden heeft gegeven voor het niet tijdig indienen van dit document. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.