Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
2.De feiten
The conclusion may also be drawn”) dat PACE in strijd handelt met artikel 30a Aw, door zonder de benodigde toestemming als bedrijf bemiddeling inzake muziekauteursrecht te verlenen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
lex loci protectionis), omdat het onderwerp van artikel 30a Aw (collectief beheer en vergunningverlening) niet valt onder de onderwerpen die artikel 5 BC noemt: de omvang van de bescherming en de handhaving van auteursrechten. Ook als MOJO een licentieovereenkomst zou sluiten met PACE en/of de rechthebbenden, is daarop volgens PACE op grond van artikel 4 lid 2 Rome I [7] geen Nederlands, maar Amerikaans/Canadees recht van toepassing, als recht van het land waar de partij is gevestigd die de kenmerkende prestatie van de overeenkomst moet leveren ( te weten: de licentiegevers).
het al of niet op eigen naam sluiten of ten uitvoer leggen van overeenkomsten ten behoeve van auteursrechthebbenden”. Nergens uit blijkt dat deze bemiddeling zou zijn beperkt tot collectief beheer. Dit volgt ook niet uit het later (op 15 juli 2003) in werking getreden lid 6 van artikel 30a Aw. Het zesde lid van artikel 30a Aw zoals dat nu luidt, is ingevoerd naar aanleiding van de inwerkingtreding van de WTCBO, waarin Richtlijn 2014/26/EU is geïmplementeerd. Artikel 30a lid 6 Aw bepaalt dat degene die ministeriële toestemming in de zin van artikel 30a Aw lid 1 heeft verkregen, onder toezicht staat van het CvTA. Tot dusver heeft alleen BUMA die toestemming verkregen en zij staat dus onder toezicht van het CvTA. BUMA is weliswaar een cbo en in de WTCBO worden alleen cbo’s en obo’s gedefinieerd, maar dit betekent niet dat alleen cbo’s of obo’s bemiddeling in de zin van artikel 30a leden 1 en 2 Aw kunnen verlenen. De tekst van artikel 30a lid 2 Aw en de Memorie van Toelichting bij die bepaling zijn voor wat betreft het verlenen van bemiddeling ruimer geformuleerd dan het collectieve toezicht waarover de WTCBO gaat. Er zijn in de wetsgeschiedenis geen aanwijzingen te vinden die erop duiden dat de inwerkingtreding van de WTCBO en de formulering van het zesde lid van artikel 30a Aw tot gevolg zouden hebben dat het verlenen van bemiddeling zoals bedoeld in de leden 1 en 2 van artikel 30a Aw beperkter moet worden uitgelegd dan voorheen, en alleen collectief beheer zouden betreffen. Het verlenen van bemiddeling in de zin van de leden 1 en 2 van artikel 30a Aw ziet daarom naar het oordeel van de kantonrechter op alle soorten bedrijfsmatige bemiddeling inzake het muziekauteursrecht, of dit nu collectief (door een cbo of obo) gebeurt of niet.
het al of niet op eigen naam sluiten of ten uitvoer leggen van overeenkomsten ten behoeve van auteursrechthebbenden”. PACE stelt door de auteursrechthebbenden te zijn gemandateerd om namens hen (in rechte) op te treden en hun (specifiek aangewezen) muziekauteursrechten te beheren. PACE neemt namens de rechthebbenden contact op met gebruikers van hun muziekwerken, verstrekt namens hen licenties en int hiervoor de vergoedingen die zij, onder inhouding van een deel daarvan, afdraagt aan haar klanten. Dit is het als bedrijf verlenen van bemiddeling inzake muziekauteursrecht en daarvoor is in Nederland toestemming van de minister vereist, waarover PACE niet beschikt.