ECLI:NL:RBDHA:2025:3432
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Cyprus
Op 6 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij een verzoeker een voorlopige voorziening heeft aangevraagd. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd, maar wiens aanvraag door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling is genomen. De minister heeft zich beroepen op de Dublinverordening, waarbij Cyprus verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet kan worden verwijderd uit Nederland voordat er op zijn beroep is beslist. De voorzieningenrechter heeft op 4 maart 2025 de zaak behandeld, waarbij de verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
Na afweging van de belangen heeft de voorzieningenrechter besloten om het verzoek tot voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit betekent dat het bestreden besluit van de minister wordt geschorst en dat de verzoeker niet mag worden overgedragen aan Cyprus totdat er een beslissing is genomen op het beroep. Tevens is de minister veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van de verzoeker, die zijn vastgesteld op € 1.814,00. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van mr. V. Vegter, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.