ECLI:NL:RBDHA:2025:3476
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Colombiaanse eiseres wegens onvoldoende bewijs van bedreiging en afpersing
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Colombiaanse eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres heeft op 26 oktober 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de minister van Asiel en Migratie op 22 juli 2024 is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 18 februari 2025 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk. Eiseres stelt dat zij in Colombia is bedreigd door een guerrillabeweging, die haar heeft afgeperst. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat eiseres zich voor bescherming kan wenden tot de Colombiaanse autoriteiten en dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat dit verzoek bij voorbaat zinloos of gevaarlijk is. De rechtbank vindt de argumenten van eiseres niet overtuigend en concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat de proceskosten niet vergoed hoeven te worden.