ECLI:NL:RBDHA:2025:3492
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Emaus - Visschers
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 3 maart 2025, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag afgewezen op basis van de Dublinverordening, omdat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft op 12 februari 2025 zijn zaak gepresenteerd, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. A.C.J. Letmaath, en de minister was vertegenwoordigd door mr. J.D. Albarda.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat hij het grondgebied van de EU-lidstaten gedurende meer dan drie maanden heeft verlaten of dat hij door Polen is uitgezet. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft gesteld dat Polen verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser. Eiser heeft weliswaar documenten overgelegd, maar deze zijn niet voldoende om zijn claims te onderbouwen. De rechtbank wijst erop dat eerdere verklaringen van eiser tegenstrijdig zijn met de overgelegde documenten, wat de betrouwbaarheid van zijn bewijs ondermijnt.
Daarnaast heeft eiser betoogd dat de minister de aanvraag op grond van artikel 17 van de Dublinverordening aan zich had moeten trekken, omdat hij zou zijn mishandeld door de Poolse autoriteiten. De rechtbank oordeelt echter dat de minister geen aanleiding had om van de overdracht aan Polen af te zien, aangezien de omstandigheden van eiser niet als bijzonder genoeg worden beschouwd om een onevenredige hardheid aan te nemen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de asielaanvraag in stand blijft en eiser naar Polen kan worden overgedragen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.