3.1.Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser afgewezen als ongegrond1, omdat eiser volgens verweerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij daadwerkelijk zal moeten dienen. Eiser is namelijk eerder om medische redenen niet geschikt bevonden voor de militaire dienstplicht. Eiser heeft volgens verweerder verder niet aannemelijk gemaakt dat hij onevenredig zal worden bestraft wegens dienstweigering of dat hij wegens gewetensbezwaren de dienstplicht heeft geweigerd. Daarnaast heeft eiser volgens verweerder niet aannemelijk gemaakt dat hij een gegronde vrees heeft voor vervolging vanwege zijn deelname aan oppositiebijeenkomsten, de geldoverboekingen of zijn Armeense afkomst. Verweerder heeft daarom beslist dat eiser binnen vier weken Nederland moet verlaten.
Wat vindt eiser in beroep?
4. Eiser geeft in beroep aan dat wat hij in de zienswijze heeft aangevoerd als herhaald en ingelast moet worden beschouwd. Eiser voert verder – kort samengevat – primair aan dat de oproep voor het rekruteringsbureau betekent dat hij er niet aan zal ontkomen dat hij zal moeten dienen in het Russische leger dat oorlogsmisdaden pleegt. Eiser kan zich niet onttrekken aan de dienstplicht, omdat hij dan moet vrezen voor een jarenlange gevangenisstraf of omdat zijn dagelijks leven in Rusland in dat geval onmogelijk zal worden gemaakt. Deze bestraffingen zijn onevenredig. Ter onderbouwing wijst hij op meerdere stukken.2
Subsidiair voert eiser aan dat hij onoverkomelijke gewetensbezwaren heeft en dat hij daarom de dienstplicht heeft geweigerd. Ten onrechte heeft verweerder afgeweken van het toetsingskader omschreven in overweging 4.1 van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 8 mei 20243 en ten onrechte heeft verweerder niet volledig getoetst aan het beleid voor dienstweigering4.
Verder voert eiser aan dat hij in de negatieve aandacht van de Russische autoriteiten zal staan bij een terugkeer naar Rusland. Eiser heeft zonder toestemming Rusland verlaten en heeft een stempel van Nederland in zijn paspoort. Uit een artikel van de Volkskrant5 volgt
1. Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2 Algemeen ambtsbericht Russische Federatie van maart 2023, een brief van Vluchtelingenwerk Nederland van 20 november 2024, ‘Rusland – Dienstplicht, arrestaties en bestraffing ontduiking’, en een brief van Vluchtelingenwerk Nederland van 20 november 2024, ‘Rusland – Inzet van dienstplichtigen in Oekraïne’.
4 Zie paragraaf C2/3.2.7. van de Vreemdelingencirculaire 2000.
5 Artikel van de Volkskrant van 26 juli 2024, ‘Russen die naar onvriendelijke landen vertrokken
dat de Russische autoriteiten een database willen aanleggen van Russen die naar onvriendelijke landen zoals Nederland zijn vertrokken. Ook wijst eiser er op dat het weigeren om gehoor te geven aan een oproep van het rekruteringsbureau strafbaar is.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd waarom eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zal moeten dienen in het Russische leger. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij – ondanks een oproep voor het rekruteringsbureau – zal moeten dienen als reservist nu hij eerder medisch niet geschikt is geacht voor de dienstplicht. Eiser heeft in beroep niet gesteld, noch aannemelijk gemaakt dat mannen die eerder om gezondheidsredenen zijn vrijgesteld van militaire dienst alsnog moeten dienen, bijvoorbeeld als reservist. Verder heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat niet is gebleken dat in Rusland sprake is van een algehele mobilisatie en er op kunnen wijzen dat uit het algemeen ambtsbericht volgt dat enkel reservisten met militaire ervaring werden gemobiliseerd en dat eiser deze ervaring niet heeft. Eiser heeft niet gesteld of aannemelijk gemaakt dat sprake is van een algehele mobilisatie, dat er op grote schaal gedwongen mobilisatie plaatsvindt of dat sprake is van andere individuele omstandigheden waardoor wel aannemelijk is dat hij zal moeten dienen in het Russische leger. Verweerder mag in dit licht gezien vinden dat een oproep voor het rekruteringsbureau onvoldoende is om aannemelijk te maken dat eiser is opgeroepen voor de mobilisatie en dat hij als reservist zal worden ingezet in de oorlog tegen Oekraïne. Anders dan eiser stelt, heeft verweerder dus wel het toetsingskader zoals omschreven in overweging 4.1. van de uitspraak van de Afdeling van 8 mei 2024 in zijn beoordeling betrokken. Nu eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zal moeten dienen in het Russische leger, had verweerder niet verder hoeven te toetsen of eiser aan één van de voorwaarden van dienstweigering van paragraaf C2/3.2.7, van de Vreemdelingencirculaire 2000 voldoet. De vergelijking die eiser ter zitting heeft gemaakt met de beleidswijze van verweerder ten aanzien van Syrische dienstplichtigen – voor zover ervan moet worden uitgegaan dat sprake is van vergelijkbare
omstandigheden –, treft geen doel nu eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij alsnog dienstplichtig is of als reservist zal moeten dienen.