Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet-tijdig nemen van een besluit op haar mvv-aanvraag in het kader van nareis voor verblijf bij haar referent en haar minderjarige kinderen. De aanvraag is op 14 oktober 2024 door de minister van Asiel en Migratie ingewilligd, maar eiseres heeft haar beroep gehandhaafd en verzocht om vergoeding van proceskosten en griffierecht. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat, nu de aanvraag is ingewilligd, eiseres geen procesbelang meer heeft in het beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Echter, omdat eiseres terecht beroep heeft ingesteld wegens het niet tijdig beslissen, heeft de rechtbank besloten om de minister te veroordelen in de proceskosten van eiseres. De kosten zijn vastgesteld op € 453,50 voor de rechtsbijstand, en de rechtbank heeft bepaald dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 187 door de minister vergoed moet worden.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en veroordeelt de minister in de proceskosten van eiseres. Deze uitspraak is gedaan op 7 maart 2025 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, en is openbaar gemaakt. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met deze uitspraak.