ECLI:NL:RBDHA:2025:3591

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 maart 2025
Publicatiedatum
10 maart 2025
Zaaknummer
NL24.50224
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake mvv-aanvraag in het kader van nareis

In deze zaak heeft eiseres op 16 december 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 7 maart 2025 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiseres op 6 november 2024 verweerder in gebreke heeft gesteld, terwijl de wettelijke beslistermijn nog niet was verstreken. Dit betekent dat de ingebrekestelling prematuur was en dat niet voldaan was aan de vereisten van artikel 6:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voordat beroep kon worden ingesteld. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.50224

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres,

v-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. N. Vollebergh),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 16 december 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis voor verblijf bij [referent] (referent).
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld.
2. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is bepaald dat het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
3. Eiseres heeft op 30 mei 2024 een mvv-aanvraag ingediend in het kader van nareis. Op grond van artikel 2u, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 is de beslistermijn 90 dagen. Onder verwijzing naar de laatste volzin van dit artikellid heeft verweerder de beslistermijn verlengd met drie maanden. Verweerder had dus uiterlijk op 28 november 2024 een besluit moeten nemen.
4. Eiseres heeft verweerder op 6 november 2024 in gebreke gesteld. Op dat moment was de wettelijke beslistermijn nog niet verstreken. Dit betekent dat de ingebrekestelling prematuur is ingediend. Dit heeft als gevolg dat op het moment van het instellen van het beroep niet werd voldaan aan de vereisten waaraan op grond van artikel 6:12, tweede lid, van de Awb moet zijn voldaan voordat beroep kan worden ingesteld. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 7 maart 2025 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.