ECLI:NL:RBDHA:2025:3614

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 maart 2025
Publicatiedatum
10 maart 2025
Zaaknummer
NL25.1827 en NL25.1824
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielberoepen wegens te vroege ingebrekestelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, die asielaanvragen hadden ingediend op 10 mei 2024, en de minister van Asiel en Migratie. Eisers hebben op 14 januari 2025 beroepen ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun aanvragen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de wettelijke beslistermijn van zes maanden, die op 10 november 2024 zou eindigen, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is verlengd met negen maanden. Hierdoor eindigt de beslistermijn voor eisers pas op 10 augustus 2025. De rechtbank concludeert dat de ingebrekestellingen van 23 december 2024 te vroeg zijn ingediend, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Dit leidt tot de conclusie dat de beroepen van eisers tegen het uitblijven van een besluit op hun asielaanvragen kennelijk niet-ontvankelijk zijn. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.1827 en NL25.1824

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

V-nummer: [V-nummer 1],

[eiser], eiser

V-nummer: [V-nummer 2]
samen: eisers
(gemachtigde: mr. S. Toksöz),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Eisers hebben op 14 januari 2025 beroepen ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun asielaanvragen van 10 mei 2024.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is bepaald dat het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
2. Eisers hebben op 10 mei 2024 asielaanvragen ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou in geval van eisers op 10 november 2024 eindigen. Verweerder heeft met de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 [2] de beslistermijn verlengd met negen maanden, waardoor deze voor eisers pas op 10 augustus 2025 zal eindigen. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft in haar uitspraken van 19 april 2024 [3] geoordeeld dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat op het moment van de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 sprake was van een situatie, zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw. [4] De rechtbank ziet geen reden om in deze zaak van dit oordeel af te wijken. Deze verlenging is daarom rechtsgeldig. Dat betekent dat op het moment van de ingebrekestellingen de beslistermijn nog niet was verstreken, waardoor de ingebrekestellingen van 23 december 2024 te vroeg is ingediend. Daarom zijn de beroepen van eisers tegen het uitblijven van een besluit op hun asielaanvragen kennelijk niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 7 maart 2025 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van S.A. Sewratan, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.
2.Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2023 nr. 3235.
4.Vreemdelingenwet 2000.