ECLI:NL:RBDHA:2025:3626

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
11 maart 2025
Zaaknummer
09/371188
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.J.-A. Seinen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na tekortkoming in aannemingsovereenkomst voor woningverbouwing

In deze zaak hebben eisers een aannemingsovereenkomst gesloten met de aannemer voor de realisatie van een uitbouw en twee dakkapellen aan hun woning. Eisers zijn van mening dat de aannemer zijn verplichtingen niet is nagekomen, wat heeft geleid tot de ontbinding van de overeenkomst en een vordering tot schadevergoeding. De aannemer betwist dit en stelt dat hij de werkzaamheden naar behoren heeft uitgevoerd, maar dat hij zonder bouwtekeningen moest werken op verzoek van eisers. Hij beweert ook dat er sprake is van schuldeisersverzuim omdat eisers geen afspraken met de buren wilden maken, wat de uitvoering van het werk zou hebben bemoeilijkt.

De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van schuldeisersverzuim en dat de aannemer in verzuim is geraakt door de niet-betwiste gebreken niet of onvoldoende te herstellen. De rechtbank wijst de vordering van eisers tot schadevergoeding toe, waarbij de aannemer wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 81.070,11, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast wordt de aannemer veroordeeld in de proceskosten van eisers. De rechtbank concludeert dat de aannemer tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst en dat de gebreken voor zijn risico komen.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team Handel
Zaaknummer: C/09/671188 / HA ZA 24-706
Vonnis van 12 maart 2025 (bij vervroeging)
in de zaak van

1.[eiser 1] , te [plaats 1] ,2. [eiser 2] , te [plaats 1] ,

eisers,
advocaat: mr. A. de Rooij te Den Haag,
tegen
[gedaagde], h.o.d.n. ‘ [handelsnaam] ’, te [plaats 2] ,
gedaagde,
advocaat: mr. Ü. Arslan te Den Haag.
Partijen worden hierna ‘eisers’ en ‘de aannemer’ genoemd.

1.Samenvatting

1.1.
Eisers hebben met de aannemer een aannemingsovereenkomst gesloten om een uitbouw en twee dakkapellen aan hun woning te maken. Eisers vinden dat de aannemer dit niet goed heeft gedaan; zij hebben de overeenkomst ontbonden en maken aanspraak op schadevergoeding.
1.2.
De aannemer vindt dat hij de overeenkomst heeft uitgevoerd zoals partijen waren overeengekomen. Hij stelt noodgedwongen te hebben ingestemd met het bouwen zonder een bouwtekening, omdat eisers dat wilden. Verder vindt de aannemer dat sprake is van schuldeisersverzuim omdat eisers geen afspraken met de buren wilden maken, waardoor hij een deel van het werk niet kon uitvoeren.
1.3.
De rechtbank komt tot het oordeel dat er geen sprake is van schuldeisersverzuim. De aannemer is in verzuim geraakt omdat hij de niet-betwiste gebreken niet of onvoldoende heeft hersteld. Daarom wijst de rechtbank de door eisers gevorderde schadevergoeding toe.

2.Procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 9 augustus 2024 met producties 1 tot en met 28;
  • de conclusie van antwoord van 30 oktober 2024 met producties 1 tot en met 3.
2.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 februari 2025. Eisers waren hierbij aanwezig, bijgestaan door hun advocaat. De aannemer was hierbij aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat. Aan de zijde van de aannemer was verder dhr. [naam] aanwezig. Partijen hebben vragen van de rechtbank beantwoord en de advocaten hebben de zaak nader toegelicht. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er ter zitting is besproken.
2.3.
Ten slotte is de datum bepaald waarop dit vonnis wordt gewezen.

3.De feiten

3.1.
Partijen hebben op basis van een offerte van 29 juni 2022 een aannemingsovereenkomst gesloten voor de realisatie van een uitbouw aan de achterzijde en twee dakkapellen aan de voor- en achterzijde van de woning van eisers.
3.2.
De aannemer is op 27 juli 2022 gestart met de werkzaamheden.
3.3.
Op 22 oktober 2022 hebben eisers de aannemer een brief gestuurd waarin zij schreven niet tevreden te zijn over de uitgevoerde werkzaamheden en de manier waarop de communicatie verliep. Er ontbraken onderdelen van de kozijnen en de dakkapellen waren volgens eisers niet netjes afgemaakt. In de uitbouw hing alleen een zeil, terwijl het regende. Eisers stelden de aannemer aansprakelijk voor de geleden en nog te lijden schade, en gaven hem twee weken om de werkzaamheden alsnog als overeengekomen uit te voeren.
De aannemer heeft het werk na deze brief hervat.
3.4.
Op 10 maart 2023 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van eisers de aannemer een e-mail gestuurd met de nog openstaande werkzaamheden aan de dakkapellen en de uitbouw. Ook maakte hij melding van schimmelvorming in de uitbouw.
3.5.
In een e-mail van 11 maart 2023 heeft de aannemer hierop het volgende geantwoord:
Goedemorgen ik heb [eiser] meer maal aangegeven dat ik wel met jullie de punten na lopen en afronden maar hij kom met geen woord maar goed voor het duidelijk Te maken ik heb nooit aangegeven dat ik ga niet afmaken maar goed nu een planning maken om af te ronden 20 april 2023 kan ik een afspraak inplannen ik probeer om eerder als het lukt
3.6.
Partijen hebben daarna met elkaar gecorrespondeerd over het moment waarop de aannemer zou kunnen langskomen.
3.7.
Aannemingsbedrijf [Bedrijfsnaam] B.V. (hierna: ‘ [Bedrijfsnaam] ’) heeft op 23 juni 2023 op verzoek van eisers een verslag opgemaakt van de door haar geconstateerde gebreken aan de werkzaamheden van de aannemer, waarbij een begroting is opgesteld om deze gebreken te herstellen voor een totaalbedrag van € 88.438,56 incl. BTW. In het verslag staat onder meer het volgende:
“(…)
Funderingsconstructie:
-
De fundering is te hoog aangebracht, bovenzijde fundering ligt op de zelfde hoogte als de betonvloer (1)
-
de wapeningskorven in de funderingsbalk zijn niet gekoppeld, zowel niet in de lange balk als ook niet op de hoeken, hierdoor geen geheel. (2)
-
betonvloer direct op het zand gestort. Gene isolatie toegepast of op zijn minst folie. De wapening ligt rechtstreeks op het zand, hierdoor is er geen dekking en mogelijk t.z.t .betonrot tot gevolg (3)
Vocht, schimmelvorming:
-
de binnenmuur staat direct op de fundering/betonvloer. Bij regen loopt het water zo langs de gevel over de fundering/vloer naar binnen. het vocht trekt in de binnenmuur met als gevolg loskomend stukwerk boven de plint en schimmelvorming (4, 5) hierdoor een ongewenst woonklimaat
Op de foto niet te zien, maar direct onder de vloerafwerking zal ook zeer zeker vocht aanwezig zijn.
-
Boven de aanbouw is geen waterdichte aansluiting gemaakt met lood of loodvervanger tot tegen het binnenspouwblad. De bitumen is tegen de gevel opgeplakt, hierdoor loopt regenwater langs de gevel naar binnen (6, 7)
Tevens is er geen koudebrugonderbreking boven de aanbouw aangebracht, hierdoor ontstaat er condensvorming in het stookseizoen
Metselwerk en kozijnen
-
Metselwerk niet netjes uitgevoerd, scheef gemetseld en slordig aangevoegd (8, 9)
-
Linker penant sluit niet aan op kozijn, dit is afgedicht d.m.v. put schuim, dit zal zeker lekkage tot gevolg hebben (10)
-
De binnenmuur is uitgevoerd met y-tong blokken, er vanuitgaand 100mm dik, Het penant is 1 steen breed ,dus 210 a 220 mm. dit betekend dat er maximaal 20mm isolatie in de spouw toegepast kan zijn, hierdoor onvoldoende isolatie toegepast
-
tussen de 2 kunststof kozijnen is een vuren houten balk geplaatst waarop de dakconstructie is geplaatst, de balk staat direct op de fundering. Het hout zal na verloop van tijd gaan rotten waardoor de constructie van achtergevel en dak instabiel zal worden (11)
-
De kunststof kozijnen staan geplaatst op vuren houten klosjes en de ruimte tussen fundering en kozijn is gedicht met purschuim ( niet waterdicht en niet uv-bestendig) Het water zal op de fundering zo naar binnen lopen tegen de afwerkvloer aan met lekkage tot gevolg (12
Diverse afwerkingen
-
platen trespa boven kozijn hebben onderling geen uitzetmogelijkheid, koud tegen elkaar geplaatst
-
Daktrim in te veel kleine stukken uitgevoerd ( 13)
-
boven kozijnen dakkapel niet afgedicht (14)
-
dakrand rondom hwa linker zijgevel niet afgewerkt, tevens hwa niet aangesloten (15)
-
stukwerk niet vlak ( of wand staat krom) (16)
-
Lekkage dakraam (17)
(…)”
3.8.
De rechtsbijstandsverzekeraar van eisers heeft het verslag van [Bedrijfsnaam] bij e-mail van 24 juli 2023 aan de aannemer gestuurd.
3.9.
Bij e-mail van 1 september 2023 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van eisers de aannemer in gebreke gesteld. Hij sommeerde de aannemer om binnen twee weken aansprakelijkheid te erkennen en toe te zeggen om de gebreken binnen vier weken te herstellen. Als hij daaraan niet voldeed, zouden eisers een procedure beginnen en schadevergoeding met rente en kosten vorderen.
3.10.
Op 27 september 2023 en op 4 en 5 oktober 2023 heeft de aannemer werkzaamheden aan de woning verricht.
3.11.
Bij e-mail van 20 november 2023 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van eisers de nakomingsvordering omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding.
3.12.
Op 11 april 2024 heeft TOP Expertise op verzoek van eisers een rapport uitgebracht over de door de aannemer verrichte werkzaamheden. In dit rapport staat onder meer het volgende:
“(…)
1. Welk deel van de overeengekomen werkzaamheden heeft de wederpartij deugdelijk uitgevoerd?
Geen van de overeengekomen werkzaamheden, met uitzondering van het plaatsen (exclusief afwerking e.d.) van de prefab dakkapellen, werden door [handelsnaam] deugdelijk uitgevoerd.
2. Welk deel van de overeengekomen werkzaamheden heeft de wederpartij wel uitgevoerd, maar ondeugdelijk dan wel onvolledig?
Onder verwijzing naar het kopje “Bevindingen” van dit rapport, troffen wij de onderstaande ondeugdelijk en/of onvolledig uitgevoerde werkzaamheden aan:
Binnenzijde:
A. Op de gestuukte onderzijde van de (buiten) muur (van binnenuit gezien) rechts, troffen wij vocht en schimmelplekken aan. De plekken duiden op de inwerking van vocht, van buitenaf komend.
B. Op het plafond en ter plaatse van de afgetimmerde en gestuukte ligger, troffen wij lekkagesporen aan. De sporen duiden op lekkage van de aansluiting van het dak van de uitbouw op de bestaande achtergevel van de woning.
C. Het stucwerk van de kolom bleek zeer slordig en niet strak te zijn uitgevoerd.
D. Het stucwerk van de ligger vertoonde een horizontale scheur. De scheur duidt op verzakking en/of vochtinwerking.
E. Op de dagkant van de lichtstraat troffen wij lekkagesporen aan. Deze duiden op lekkage van het dak, rond de lichtstraat.
Fundering:
F. Uit foto’s die tijdens de bouw werden gemaakt (in uw bezit), is gebleken dat de fundering op een te hoog niveau, ten opzicht van de afwerkvloer, werd aangebracht.
G. Uit foto’s, die tijdens de bouw werden gemaakt (in uw bezit), is gebleken dat de wapeningsnetten van de funderingsbalken niet gekoppeld werden en daardoor niet één geheel vormen.
H. Uit foto’s, die tijdens de bouw werden gemaakt (in uw bezit), is gebleken dat de vloer van de aanbouw rechtstreeks op het zand werd gestort (zonder folie). Ook de wapening ligt op de zandlaag en zal in de loop der tijd vergaan als gevolg van corrosie.
Buitenzijde:I. De binnen- en de buitenmuur vormen (vrijwel) één geheel. Hierbij staat de binnenmuur rechtstreeks op de betonvloer waardoor regenwater naar binnen dringt op de aansluiting als gevolg van contact tussen het binnen- en het buitenblad. Bovendien voldoet de muur niet aan de isolatiewaarde, zie ook gebrek A, foto 3.
J. Ter plaatse van de aansluiting van het dak van de aanbouw, op de bestaande achtergevel, werden de loodslabben niet spouw-overbruggend aangebracht. Hierdoor kan regen(zak)-water de spouw indringen, met lekkageschade tot gevolg.
K. Het metselwerk werd slordig uitgevoerd. Stenen liggen scheef en/of niet op één lijn. Tevens werden de voegen slordig en met de onjuiste mortel gevuld en afgewerkt.
L. Wederpartij gebruikte het bestaande kozijn. Dit kozijn sluit echter niet aan op het metselwerk van de linker penant (gezien vanuit de tuin). Tussen het penant en het kozijn een scheve sluif ontstaan van enkele centimeters. De ruimte werd slordig opgevuld met PUR.
M. De kunststof kozijnen werden op een vurenhouten balk geplaatst. De balk zal in de loop der tijd door inwerking van vocht vergaan waardoor het geheel instabiel wordt. De ruimte tussen de onderdorpel en het lood werd met specie en PUR dichtgezet. Hiermee werd geen waterdichte situatie gecreëerd. Regenwater zal op den duur in de vloer dringen.
N. De Trespa boeidelen werd koud tegen elkaar aangebracht. Hierdoor blijft geen ruimte over voor werking van het materiaal.
O. De daktrim bestaat uit meerdere kleine gedeeltes. Het geheel heeft een slordig en ontsierend effect.
P. Op het platte dak van de aanbouw blijft water staan. Dit duidt op onvoldoende afschot en/of een te hoog geplaatste uitloop.
Q. Rond de lichtstraat lekt de bitumineuze dakbedekking, op de aansluiting, rondom.
R. De hemelwaterafvoer werd op slordige wijze aangesloten, zie foto 11.
Dakkapel:
S. De aansluiting van het kozijn, op het dak is niet lucht- en waterdicht.
T. Het (voet)lood werd onvoldoende aangeklopt. PUR-schuim steekt uit onder de dorpel.
3. Welk deel van de overeengekomen werkzaamheden heeft de wederpartij in het geheel niet uitgevoerd?
Aan de hand van de overeenkomst hebben wij vastgesteld dat de volgende werkzaamheden niet werden uitgevoerd:
-
De vloerverwarming ter hoogte van de aanbouw, werd niet aangesloten en/of afgewerkt, zie foto14.
-
De kozijnen aan de achterzijde, op de eerste etage, werden niet vervangen.
-
Er werd geen spouw van 5 cm breed, doch maximaal 2 cm, gerealiseerd tussen het binnen- en buitenblad van de 2 buitengevels (links + rechts).
(…)
5. Wat is de schade van cliënten? Wat zijn de kosten voor herstel en/of wat gaat het kosten om de overeengekomen werkzaamheden volledig en deugdelijk door een derde partij uit te laten voeren?
Partieel herstel is, gezien de ernst en de omvang van de gebreken, geen optie. Ons inziens dient het gehele werk (de aanbouw) opnieuw te worden uitgevoerd.
Uw cliënten vroegen offerte op bij een gerenommeerde aannemer i.c. Aannemingsbedrijf [Bedrijfsnaam] B.V. (de offerte is in uw bezit). Ook [Bedrijfsnaam] B.V. is van mening dat partieel herstel geen optie is en bracht op 23 juni 2023 offerte uit, sluitend op € 88.438,56 inclusief btw.
Een controleberekening leerde ons dat de door [Bedrijfsnaam] B.V. gehanteerde materiaal- en arbeidskosten reëel zijn. Bovendien worden de kosten volledig door [Bedrijfsnaam] B.V. gespecificeerd. Wij adviseren u dan ook van het genoemde offertebedrag uit te gaan.
(…)”

4.Het geschil

4.1.
Eisers vorderen – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • de aannemer veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 84.285,95 aan eisers, te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente over die bedragen vanaf 30 september 2023 tot aan de dag van volledige betaling;
  • de aannemer veroordeelt in de proceskosten.
4.2.
Eisers leggen aan hun vordering ten grondslag dat de aannemer tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst.
4.3.
De aannemer voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Zijn er gebreken in de werkzaamheden van de aannemer?
5.1.
De eerste vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of er gebreken zitten in de werkzaamheden die de aannemer aan de woning van eisers heeft uitgevoerd.
5.2.
Dàt er gebreken in het werk zitten, staat tussen partijen niet ter discussie. De aannemer heeft de bevindingen van [Bedrijfsnaam] en TOP Expertise in elk geval niet inhoudelijk weersproken. Hij heeft wel aangevoerd dat de rapportage van TOP Expertise niet door een onafhankelijke NIVRE-deskundige is opgesteld, maar de bevindingen van TOP Expertise sluiten aan bij het eerdere verslag van [Bedrijfsnaam] . De aannemer heeft ter zitting ook erkend dat de werkzaamheden nog niet goed zijn uitgevoerd. Daarom gaat de rechtbank uit van de juistheid van de rapportage van TOP Expertise.
5.3.
De volgende vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is voor wiens risico de door TOP Expertise geconstateerde gebreken komen; daarover zijn partijen het niet eens.
Als de gebreken al voor zijn risico zouden komen, betwist de aannemer dat hij in verzuim is met het verhelpen ervan. De rechtbank zal de verweren van de aannemer hierna puntsgewijs beoordelen.
Ontbreken bouwtekeningen
5.4.
Volgens de aannemer zijn de meeste gebreken ontstaan omdat er zonder bouwtekeningen is gebouwd. Hij stelt noodgedwongen akkoord te zijn gegaan met het bouwen zonder bouwtekeningen, omdat eisers dit zo wilden. Volgens de aannemer zijn alle werkzaamheden steeds afgestemd met eisers en vonden zij goed wat hij deed. Eiser onder 1 gaf ook inhoudelijke aanwijzingen, bijvoorbeeld over hoeveel heipalen er onder de uitbouw moesten komen.
5.5.
Eisers ontkennen dat zij per se wilden dat er zonder bouwtekeningen zou worden gebouwd. Eiser onder 1 heeft weliswaar elektrotechniek gestudeerd, maar heeft geen kennis van bouwwerkzaamheden. Als de aannemer bouwtekeningen nodig had om het werk uit te voeren, had hij dit moeten zeggen.
5.6.
De rechtbank is van oordeel dat de aannemer had moeten nagaan wat hij nodig had om de werkzaamheden goed uit te voeren vóórdat hij de aannemingsovereenkomst met eisers sloot, en dat hij dit aan eisers had moeten aangeven. Dat geldt ook voor de bouwtekening. De aannemer is namelijk de professionele partij die weet wat er nodig is om werkzaamheden goed uit te voeren.
Eisers hebben geen bouwkundige achtergrond en de rechtbank heeft niet kunnen vaststellen dat met eisers is afgesproken dat eiser onder 1 de bouw zelf zou begeleiden. De aannemer heeft ook niet gezegd dat hij eisers vóór het sluiten van de aannemingsovereenkomst heeft verteld dat zij voor een bouwtekening moesten zorgen; dit blijkt ook niet uit het dossier.
Samengevat heeft de rechtbank geen aanwijzingen gevonden dat de aannemer ervanuit mocht gaan dat eisers moesten begrijpen dat er een bouwtekening nodig was en dat zij daarvoor moesten zorgen. Daarom komen ook gebreken die te wijten zijn aan het ontbreken van een bouwtekening voor risico van de aannemer.
Meewerken buren
5.7.
De aannemer heeft gesteld dat hij sommige werkzaamheden niet heeft kunnen uitvoeren, omdat daarvoor de medewerking van de buren van eisers nodig was. Volgens de aannemer moest hij van eisers zelf contact opnemen met de buren. Hij heeft dit ook geprobeerd, maar het is hem niet gelukt.
5.8.
Eisers voeren aan dat zij er wel degelijk voor wilden zorgen dat de buren zouden meewerken, maar dat zij wilden dat de aannemer eerst de werkzaamheden af zou maken waarvoor geen medewerking van de buren nodig was. Dat had ermee te maken dat de aannemer in een eerder stadium werkzaamheden rond de erfafscheiding niet snel had afgemaakt, wat de buren erg vervelend hadden gevonden. De aannemer heeft de werkzaamheden waarvoor de buren niet hoefde mee te werken niet afgemaakt. Volgens eisers was de medewerking van de buren maar voor een klein deel van de werkzaamheden nodig.
5.9.
De rechtbank gaat voorbij aan het verweer van de aannemer dat er sprake is van schuldeisersverzuim, omdat hij dit verweer onvoldoende concreet heeft gemaakt.
De aannemer heeft namelijk niet weersproken dat hij ook werkzaamheden waarvoor de medewerking van de buren niet nodig was, niet heeft afgerond. Hij heeft niet uitgelegd waarom hij dit niet heeft gedaan. Na de toelichting van eisers waarom zij denken dat de medewerking van de buren maar voor een klein deel van de werkzaamheden nodig was, heeft de aannemer ook niet alsnog toegelicht waarom de medewerking van de buren voor alle of veel werkzaamheden nodig was.
Verzuim
5.10.
De rapportage van TOP Expertise is opgesteld nadat de aannemer de herstelwerkzaamheden had uitgevoerd. Uit het rapport blijkt dat de gebreken ook na die herstelwerkzaamheden nog niet of onvoldoende waren hersteld. Nu er geen sprake is van schuldeisersverzuim, is de aannemer per 30 september 2023 in verzuim komen te verkeren.
Vervangende schadevergoeding
5.11.
Eisers hebben hun nakomingsvordering omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding.
5.12.
De rechtbank zal bij de bepaling van de door de aannemer te betalen vervangende schadevergoeding – net als TOP Expertise – uitgaan van de begroting van [Bedrijfsnaam] . De aannemer heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen deze begroting.
Wel stelt de rechtbank vast dat op deze begroting een post ‘00. Algemeen’ van € 3.184,- is opgenomen, met kosten die bij een juiste uitvoering van de werkzaamheden door de aannemer ook hadden moeten worden gemaakt. Daarom kunnen deze kosten niet als schade worden aangemerkt.
De overige posten zullen worden toegewezen. Dit betreft een bedrag van ( € 88.438,56 - € 3.184,- =) € 85.254,56.
5.13.
Eisers hebben een bedrag van € 10.475,- van de aanneemsom onbetaald gelaten, dat van de vervangende schadevergoeding zal worden afgetrokken. De door de aannemer te betalen vervangende schadevergoeding komt daarmee op € 74.779,56 (= € 85.254,56 - € 10.475,-).
Overige vorderingen
5.14.
Eisers stellen dat zij op enig moment met de aannemer hebben afgesproken dat de lichtstraat die op basis van de aannemingsovereenkomst door de aannemer zou worden gekocht en geplaatst, door eisers zelf zou worden aangekocht en dat hiervoor een bedrag van € 1.675,- in mindering op de aanneemsom zou worden gebracht. De aannemer heeft dit niet betwist en heeft niet gesteld dat hij dit bedrag heeft betaald. Deze vordering van eisers zal worden toegewezen.
5.15.
Eisers hebben verder gesteld dat zij fitness-spullen hebben verkocht aan de aannemer tegen een koopprijs van € 350,-. De aannemer heeft dit niet betwist en heeft niet gesteld dat hij de koopprijs heeft betaald. Ook deze vordering zal worden toegewezen.
5.16.
De rechtbank zal daarom een hoofdsom toewijzen van € 76.804,56 (= € 74.779,56 + € 1.675,- + € 350,-).
Kosten vaststelling aansprakelijkheid
5.17.
De rechtbank wijst ook de vordering tot vergoeding van de kosten van de rapportage van TOP Expertise van € 2.722,50 toe, als redelijke kosten ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid.
Buitengerechtelijke kosten
5.18.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden toegewezen op basis van de toe te wijzen hoofdsom van € 76.804,56, zijnde een bedrag van € 1.543,05 (€ 875,- + 1% van (€ 76.804,56 - € 10.000,-))
5.19.
De totale toe te wijzen vordering bedraagt daarmee € 81.070,11 (= € 76.804,56 + € 2.722,50 + € 1.543,05).
5.20.
De gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Proceskosten
5.21.
De aannemer is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van eisers worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
141,67
- griffierecht
1.325,00
- salaris advocaat
2.428,00
(2 punten × € 1.214,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.072,67
5.22.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
veroordeelt de aannemer tot betaling aan eisers van een bedrag van € 81.070,11, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 30 september 2023 tot de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt de aannemer in de proceskosten van eisers van € 4.072,67, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als de aannemer niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf de 14e dag na de dag waarop dit vonnis wordt gewezen tot de dag van volledige betaling;
6.3.
verklaart dit vonnis in zoverre uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J-A. Seinen en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2025.
Type: 3390