In deze zaak heeft de staatssecretaris van Defensie, vertegenwoordigd door het Defensie Ondersteuningscommando te Utrecht, op 9 januari 2025 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op zijn verzoek van 16 januari 2024 om de mate van arbeidsongeschiktheid van een (ex-) werknemer te herbeoordelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn om te beslissen op het verzoek is overschreden en dat de eiser verweerder in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen vijf weken na de verzending van deze uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat het door eiser betaalde griffierecht van € 371,- moet worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. D.R. van der Meer op 7 maart 2025.