In deze zaak heeft de staatssecretaris van Defensie, vertegenwoordigd door het Defensie Ondersteuningscommando te Utrecht, op 24 oktober 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op zijn verzoek van 15 januari 2024. Dit verzoek betrof de herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid van een (ex-) werknemer. Het verzoek is op 24 januari 2024 door het Uwv ontvangen, maar er is geen beslissing genomen. De rechtbank heeft op 31 januari 2025 de openbare behandeling van het beroep gehouden, waarbij zowel eiser als verweerder zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn om te beslissen op het bezwaar is overschreden en dat er geen beslissing is genomen. Daarom is het beroep gegrond verklaard. De rechtbank heeft bepaald dat het Uwv binnen zes weken na de verzending van de uitspraak een medische beoordeling door een verzekeringsarts moet laten verrichten en binnen zes weken na die beoordeling een besluit moet nemen, met een maximum van twaalf weken na de verzending van de uitspraak. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op terugbetaling van het griffierecht van € 371,-.