ECLI:NL:RBDHA:2025:3695

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 februari 2025
Publicatiedatum
11 maart 2025
Zaaknummer
NL24.48647
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 februari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. B.H. Werink, had een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke door de Minister van Asiel en Migratie op 29 november 2024 niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 13 februari 2025 behandeld, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De Minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.V. Bekker.

De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL24.48646, het beroep van verzoeker gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het besluit in stand gelaten. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank heeft tevens bepaald dat de Minister in de proceskosten van verzoeker moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 907,-, omdat de gemachtigde van verzoeker een verzoekschrift heeft ingediend. De uitspraak is openbaar gemaakt op 26 februari 2025, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.48647
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker, V-nummer: [V-nummer] ,
(gemachtigde: mr. B.H. Werink),
en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister,

(gemachtigde: mr. R.V. Bekker).

Procesverloop

Bij besluit van 29 november 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.48646, op 13 februari 2025 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen Y. Igielski. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Met de uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.48646, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaart, het besluit vernietigt, maar laat de rechtsgevolgen van het besluit in stand. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de beroepszaak krijgt verzoeker wel een vergoeding van zijn proceskosten. De minister moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 907,- omdat de gemachtigde van verzoeker een verzoekschrift heeft ingediend.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 907,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.E.A. Braeken, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van Z.P. de Wilde, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
26 februari 2025

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.