ECLI:NL:RBDHA:2025:3727

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 maart 2025
Publicatiedatum
11 maart 2025
Zaaknummer
NL24.49071 en NL24.50841
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid België

Op 11 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van asielaanvragen. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. D. de Vries, hadden beroep ingesteld tegen besluiten van de minister van Asiel en Migratie, die hun aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling had genomen. De minister stelde dat België verantwoordelijk was voor de behandeling van deze aanvragen.

De verzoekers hebben op 4 maart 2025 hun zaak voorgelegd aan de voorzieningenrechter, maar zijn niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om een voorlopige voorziening behandeld, maar heeft geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, aangezien de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan op de beroepen.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier mr. V. Vegter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.49071 en NL24.50841

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

V-nummer: [v-nummer] ,

[naam] , verzoekster,

V-nummer: [v-nummer]
gezamenlijk te noemen: eisers,
(gemachtigde: mr. D. de Vries),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. P. Zijlstra).

Procesverloop

Bij besluiten van 8 december 2024 respectievelijk 18 december 2024 (de bestreden besluiten) heeft de minister de aanvraag van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat België verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, samen met de beroepen (NL24.49070 en NL24.50840), op 4 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van de minister deelgenomen. Verzoekers en hun gemachtigde, zijn met bericht van verhindering, niet verschenen.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. V. Vegter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.