ECLI:NL:RBDHA:2025:3729
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Op 11 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. P. Zijlstra, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie op 25 oktober 2024 was afgewezen. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 4 maart 2025, waar de verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. Tijdens de zitting heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, maar heeft uiteindelijk besloten dat deze niet meer nodig was, aangezien er op dezelfde dag ook uitspraak werd gedaan op het beroep zelf. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 907,00. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier mr. V. Vegter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.