Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
2.De feiten
lening”.
eigen deel van inverstering[sic]
in het bedrijf” en “
eigen inzet in investering van het bedrijf”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
lening” die hij bij het doen van de betaling aan de overboeking heeft gegeven. De bestuurder van [eiser] heeft ter zitting verklaard dat hij niet bekend is met de gang van zaken ten tijde van deze overboeking, omdat hij toen nog niet bij de onderneming betrokken was, maar dat het mogelijk is dat de aandeelhouders (een) lening(en) hebben verstrekt en dat niet alle zaken zijn gegaan en vastgelegd zoals het hoort. Waar [eiser] nog heeft aangevoerd dat het (mogelijk) gaat om een agiostorting, heeft [gedaagde] er terecht op gewezen dat dit niet volgt uit de hoogte van het geplaatste en gestorte kapitaal en dat het daarvoor noodzakelijke aandeelhoudersbesluit ontbreekt. Omdat de stelling van [gedaagde] dat het gaat om een lening steun vindt in de omschrijving bij de overboeking, is de betwisting van [eiser] onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat € 19.400,-- door [gedaagde] aan [eiser] is geleend.