ECLI:NL:RBDHA:2025:3812
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Egyptische eiser met betrekking tot Zuid-Korea als veilig derde land
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 17 februari 2025, wordt het beroep van een Egyptische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag behandeld. De eiser, vertegenwoordigd door mr. R.W.J.L. Loonen, heeft op 1 januari 2025 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de minister van Asiel en Migratie op 16 januari 2025 niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank behandelt zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening op 11 februari 2025. De eiser stelt dat hij in Egypte is vervolgd vanwege zijn deelname aan een demonstratie tegen het militaire regime en dat hij een band heeft met Zuid-Korea, waar hij eerder verbleef. De rechtbank oordeelt dat Zuid-Korea als veilig derde land kan worden aangemerkt, ondanks de zorgen van de eiser over de mensenrechtensituatie en de afwijzing van zijn asielaanvraag daar. De rechtbank concludeert dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat de eiser in Zuid-Korea kan worden toegelaten en dat de eiser niet heeft aangetoond dat hij daar geen toegang tot zorg en werk zou hebben. De rechtbank wijst het beroep van de eiser af en verklaart de aanvraag terecht niet-ontvankelijk.