ECLI:NL:RBDHA:2025:3813

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 februari 2025
Publicatiedatum
12 maart 2025
Zaaknummer
NL25.1885 en NL25.1886
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Oezbeekse eiser wegens kennelijk ongegronde vrees voor vervolging

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Oezbeekse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser heeft op 31 januari 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze is op 8 januari 2025 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank behandelt zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening op 11 februari 2025. Eiser stelt dat hij bedreigd wordt door een buurman vanwege een onbetaalde lening en dat hij vreest voor vervolging in Oezbekistan vanwege zijn uitingen op social media. De rechtbank oordeelt dat de minister op goede gronden heeft geoordeeld dat de asielmotieven van eiser ongeloofwaardig zijn. Eiser heeft zijn aanvraag niet zo spoedig mogelijk ingediend, wat de geloofwaardigheid van zijn verhaal ondermijnt. De rechtbank concludeert dat eiser geen reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar Oezbekistan en verklaart het beroep ongegrond. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummers: NL25.1885 en NL25.1886
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaken tussen
[eiser/verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , eiser/verzoeker (hierna: eiser)
(gemachtigde: mr. E.R. Weegenaar),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: mr. C. Wesenbeek).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag en beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening van eiser. Hij heeft op 31 januari 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 8 januari 2025 deze aanvraag in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 11 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, [waarnemer] als waarnemer van de gemachtigde van eiser, M. de Wit als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser stelt de Oezbeekse nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [geboortedatum] 1990. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiser heeft geld geleend van zijn buurman [naam] voor een operatie van zijn moeder. Omdat eiser dit geld niet terug kon betalen, heeft de buurman hem bedreigd. Daarna is er een ontploffing geweest bij het huis van eiser, waarbij zijn vader zwaargewond is geraakt. Eiser heeft sterk het vermoeden dat [naam] deze explosie heeft veroorzaakt, omdat [naam] eiser meermaals heeft bedreigd en een motief heeft vanwege de niet-terugbetaalde lening. [naam] heeft ook aangifte gedaan van oplichting bij de Oezbeekse autoriteiten waardoor eiser nu wordt vervolgd voor fraude. Eiser plaatst daarnaast regelmatig op social media kritische reacties op berichten van accounts verbonden aan de Oezbeekse autoriteiten. Ook hierom loopt hij gevaar om bij terugkeer in Oezbekistan aangehouden te worden.
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende asielmotieven:
de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser;
de problemen van eiser naar aanleiding van de operatie van zijn moeder;
de problemen van eiser als gevolg van discriminatie vanwege de Iraanse etnische afkomst en de sjiitische geloofsovertuiging van eiser; en
de problemen van eiser als gevolg van uitingen op social media.
4. Verweerder vindt de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser, net als de problemen van eiser als gevolg van discriminatie, geloofwaardig. Verweerder vindt de problemen van eiser naar aanleiding van de operatie van zijn moeder en als gevolg van zijn uitingen op social media, niet geloofwaardig. Deze asielmotieven heeft eiser niet volledig onderbouwd met authentieke en echt bevonden documenten. [1] Ook krijgt eiser voor beide asielmotieven niet het voordeel van de twijfel omdat zijn verklaringen geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen. [2] Daarnaast heeft eiser zijn asielaanvraag, zonder goede verklaring, niet zo snel mogelijk ingediend. [3] De discriminatie die eiser in Oezbekistan heeft ervaren, is geen reden om hem een asielvergunning te verlenen omdat hij hierdoor niet zo ernstig wordt beperkt in zijn bestaansmogelijkheden dat zijn leven in Oezbekistan onhoudbaar is. Eiser heeft daarom geen vrees voor vervolging in vluchtelingrechtelijke zin [4] en hij loopt geen reëel risico op ernstige schade in de zin van artikel 3 van het EVRM. [5] Verweerder heeft eisers aanvraag afgewezen af als kennelijk ongegrond omdat hij niet onmiddellijk asiel heeft aangevraagd. [6]
Wat vindt eiser in beroep?
5. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en voert – kort samengevat – het volgende aan. Verweerder vindt eisers problemen ten onrechte ongeloofwaardig. Eiser heeft aan zijn inspanningsverplichting voldaan door zijn relaas zo veel mogelijk te onderbouwen met stukken. Eiser verkeert in bewijsnood omdat het niet mogelijk is zijn relaas met nog meer stukken te onderbouwen. De verklaringen van eiser over zijn problemen naar aanleiding van de geldlening vormen wel degelijk een samenhangend en aannemelijk geheel. Eiser heeft uitgelegd dat de bedreigingen van [naam] pas begonnen nadat eiser het geld langere tijd niet terug kon betalen. Ook heeft hij toegelicht dat eiser in eerste instantie niet, maar later wel opnam als [naam] belde omdat [naam] druk heeft uitgeoefend op de broer van eiser. Hij heeft in het aanmeldgehoor niet nadrukkelijk gezegd dat hij problemen heeft vanwege de geldlening, omdat hij dacht dat hij dit in het nader gehoor moest verklaren. Wat betreft de explosie bij zijn huis, heeft eiser aannemelijk gemaakt dat [naam] hierachter zat omdat [naam] de enige persoon is met wie eiser een probleem heeft en hij eiser ook eerder heeft bedreigd. Ter onderbouwing van het causaal verband tussen de lening en de explosie, heeft eiser een scan van de geldleningsovereenkomst overgelegd, waaruit blijkt dat het huis als onderpand diende voor de lening. Uit het daarnaast overgelegde uittreksel uit het Oezbeekse strafregister blijkt dat eiser wordt vervolgd voor fraude. Dit is naar aanleiding van een aangifte gedaan door [naam] vanwege het niet terugbetalen van de lening. Eiser heeft niet direct na aankomst in Nederland asiel aangevraagd omdat hij niet wist hoe hij dat moest doen, bang was om teruggestuurd te worden, en adviezen van anderen – waaronder een advocaat – opvolgde om te wachten met zijn asielaanvraag. Eiser kan geen bescherming vinden tegen zijn problemen bij de Oezbeekse autoriteiten, omdat de autoriteiten eiser ook zoeken en de autoriteiten over het algemeen weinig bescherming bieden, juist ook aan mensen van Iraanse etniciteit en sjiitische geloofsovertuiging. Dat Oezbekistan niet op de lijst van veilige landen van herkomst staat, is een verdere indicatie dat het niet als veilig land gezien kan worden. Eiser krijgt geen bescherming van de Oezbeekse autoriteiten omdat Oezbekistan een corrupt land is. Eiser loopt bij terugkeer een reëel risico op behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM en artikel 4 van het Handvest [7] , die het verbod op foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing bevatten.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
6. De rechtbank geeft eiser geen gelijk. De rechtbank zal dit oordeel hieronder verder uitleggen.
Niet zo spoedig mogelijk asiel aangevraagd
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van eisers problemen vanwege de operatie van zijn moeder en zijn commentaren op social media heeft mogen betrekken dat eiser niet zo spoedig mogelijk asiel heeft aangevraagd. Ook het betoog van eiser dat hij wel zo spoedig mogelijk zijn asielaanvraag heeft ingediend, slaagt niet. Een asielaanvraag is zo spoedig mogelijk gedaan als deze binnen 48 uur na binnenkomst is ingediend. [8] Als de aanvraag na 48 uur is ingediend en daar een goede reden voor is, dan geldt de aanvraag alsnog als zo spoedig mogelijk ingediend. Verweerder mocht de redenen van eiser waarom hij pas na tien maanden zijn asielaanvraag heeft ingediend, onvoldoende vinden. Verweerder mocht op dit punt van eiser verwachten dat hij zich meer inspande om asielbescherming te krijgen, waaronder zich sneller (laten) informeren over de asielprocedure. Dat eiser door anderen is geadviseerd om te wachten, is geen goede reden omdat de tijdige aanvraag voor rekening van eiser komt.
Geloofwaardigheid problemen vanwege geldlening
8. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich op goede gronden en deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat de problemen van eiser naar aanleiding van de operatie van zijn moeder ongeloofwaardig zijn. Verweerder mocht erop wijzen dat eiser tegenstrijdig en inconsistent heeft verklaard over de bedreigingen door [naam] vanwege de geldlening. Zo heeft eiser zowel verklaard dat hij de lening binnen een half jaar, [9] als binnen een jaar [10] moest terugbetalen. Verweerder mocht ook betrekken dat eiser in eerste instantie heeft verklaard niet te zijn gevlucht en naar Nederland te zijn gekomen omdat hij wil werken [11] , maar later zegt wel te zijn gevlucht. Verweerder heeft niet hoeven volgen dat eiser in eerste instantie niet over zijn problemen heeft verklaard omdat hij dacht dat hij dit pas tijdens het nader gehoor zou kunnen toelichten. Uit het verslag van het aanmeldgehoor blijkt namelijk dat aan eiser is gevraagd om aan te geven wat de reden is dat hij Oezbekistan heeft verlaten. Wat betreft de gestelde explosie aan eisers huis, mocht verweerder er allereerst op wijzen dat de overgelegde foto’s en video’s van het huis en de gewonde man, eisers problemen niet onderbouwen omdat niet geverifieerd kan worden wat precies op de foto’s en video’s is te zien. Ook mocht verweerder zich op het standpunt stellen dat er geen causaal verband is gebleken tussen de lening, de bedreigingen en de explosie. Dat [naam] achter de explosie zat, is gebaseerd op een aanname en heeft eiser niet op een andere manier inzichtelijk gemaakt. De rechtbank volgt het ter zitting ingenomen standpunt van verweerder dat de geldleningsovereenkomst het causaal verband niet aannemelijk maakt, omdat juist niet te verwachten is dat [naam] een explosie zou veroorzaken bij het huis dat als onderpand voor zijn lening geldt. Verweerder heeft eisers verklaring ter zitting dat [naam] dit uit wraak heeft gedaan omdat hij de geldleningsovereenkomst niet kon effecturen niet hoeven volgen omdat eiser hier niet eerder over heeft verklaard en ook niet is gebleken waar eiser dit op baseert. Ook het uittreksel uit het strafregister onderbouwt het asielmotief niet. Hieruit blijkt enkel dat eiser wordt vervolgd vanwege fraude. Uit het document blijkt niet dat de genoemde fraude verband houdt met de lening of dat [naam] aangifte heeft gedaan. Alleen al op basis van het voorgaande mocht verweerder dit asielmotief ongeloofwaardig vinden, zodat de andere tegenwerpingen geen bespreking behoeven.
Geloofwaardigheid problemen vanwege uitingen op social media
9. Ook de problemen van eiser met de autoriteiten vanwege zijn uitingen op social media, vindt verweerder op goede gronden en deugdelijk gemotiveerd ongeloofwaardig. Verweerder mocht betrekken dat het ongerijmd is dat eiser op basis van zijn commentaren op TikTok herkend zou worden door de autoriteiten. Verweerder heeft eisers verklaring dat de commentaren die hij plaatst, niet door veel mensen worden gedaan onvoldoende kunnen vinden. Hiermee heeft eiser niet toegelicht hoe de autoriteiten erachter zouden kunnen komen dat hij achter de commentaren zit. De rechtbank volgt het ter zitting ingenomen standpunt van verweerder dat ook de overgelegde screenshots van TikTok dit asielmotief niet onderbouwen, omdat hier niet uit blijkt van wie het account is, wat de inhoud is van de commentaren en of de autoriteiten van de commentaren op de hoogte zijn.
Bewijsnood
10. De rechtbank is van oordeel dat het beroep van eiser op bewijsnood niet kan slagen. Verweerder heeft namelijk niet aan eiser tegengeworpen dat hij niet aan zijn inspanningsverplichting heeft voldaan maar dat het overgelegde bewijs de problemen vanwege de geldlening en de uitingen op social media niet kunnen onderbouwen. Dit heeft verweerder ook ter zitting bevestigd.
Zwaarwegendheid
11. Verweerder heeft op goede gronden gesteld dat eiser bij terugkeer naar Oezbekistan geen reëel risico loopt op ernstige schade. Verweerder mocht hierbij betrekken dat niet is gebleken dat eiser in de negatieve belangstelling staat van de Oezbeekse autoriteiten. Verweerder heeft eisers problemen vanwege de geldlening en zijn commentaren op social media immers ongeloofwaardig kunnen vinden. Daarbij is ook van belang dat eiser Oezbekistan legaal is uitgereisd. Ook is eisers stelling dat het geen zin zou hebben om aangifte te doen van de explosie, gebaseerd op aannames en niet nader door eiser onderzocht. Eisers betoog dat hij geen bescherming zal kunnen krijgen omdat hij gezocht wordt door de Oezbeekse autoriteiten kan niet slagen. De enkele omstandigheid dat eiser mogelijk wordt vervolgd voor een commuun delict, is hiervoor onvoldoende. Dat eiser vanwege zijn Iraanse etniciteit en corruptie geen bescherming zal krijgen van de Oezbeekse autoriteiten, heeft hij niet onderbouwd. Ook is de rechtbank met verweerder eens dat de omstandigheid dat Oezbekistan niet op de lijst met veilige landen staat, op zichzelf niet betekent dat door de Oezbeekse autoriteiten geen effectieve bescherming wordt geboden.

Conclusie en gevolgen

12. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.
13. Omdat op het beroep is beslist, bestaat er geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
14. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Holleman, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. H.S. van Wessel, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met de uitspraak op het beroep, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen een week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Zie artikel 31, zesde lid, onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
2.Zie artikel 31, zesde lid, onder c, van de Vw 2000.
3.Zie artikel 31, zesde lid, onder d, van de Vw 2000.
4.Verdrag betreffende de status van vluchtelingen.
5.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
6.Artikel 30b, eerste lid, onder h, van de Vw 2000.
7.Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
8.Zie artikel 31, zesde lid 6, onder d, van de Vw 2000 en paragraaf C1/4.3.2.4 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc).
9.Zie pagina 11 van het verslag van het nader gehoor.
10.Zie pagina 7 van het verslag van het nader gehoor.
11.Zie pagina 14 van het verslag van het aanmeldgehoor.