6.3.Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich binnen één maand driemaal schuldig gemaakt aan diefstal door middel van het pinnen met een gestolen bankpas. Deze diefstallen vonden telkens plaats in drukke winkelgebieden, waarbij telkens de portemonnee van aangevers kort voor de pintransacties was gestolen. De verdachte handelde hierbij in een nauw samenwerkingsverband met haar moeder en haar tante, om contactloos te kunnen pinnen met andermans bankpas. De verdachte heeft enkel gehandeld met het oog op financieel gewin en heeft daarmee geen enkel respect getoond voor andermans eigendommen. Ook veroorzaken deze feiten veel overlast en schade, en bovendien worden gevoelens van onrust en onveiligheid hierdoor versterkt. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 31 januari 2025, waaruit volgt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van Reclassering Nederland van 10 februari 2025. Daaruit volgt – kort samengevat en zakelijk weergegeven – dat uit het onderzoek van de reclassering een ogenschijnlijk stabiele persoonlijke situatie naar voren lijkt te komen. De verdachte is thuiswonend en volgt een mbo-opleiding. Naar verwachting zal zij in februari 2026 haar diploma behalen. Er zijn geen zorgen over het gebruik van middelen, sociaal netwerk en psychosociaal functioneren. Het is een zorgelijke ontwikkeling dat de verdachte ondanks deze beschermende factoren in beeld is gekomen bij politie en justitie, samen met haar moeder en haar tante. Gelet op de proceshouding van de verdachte, waarbij zij zich heeft beroepen op haar zwijgrecht, kan geen inschatting gemaakt worden van het recidiverisico. Geadviseerd wordt om de verdachte volgens het jeugdstrafrecht te berechten. Dit advies is gebaseerd op het feit dat de verdachte nog thuiswonend is en omdat zij praktische ondersteuning krijgt, zoals bij haar financiën en haar opleiding. Ten aanzien van de strafoplegging wordt geadviseerd om een werkstraf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
Ter terechtzitting heeft een deskundige van Jeugdbescherming west naar voren gebracht dat de verdachte haar afspraken nakomt en vriendelijk is in contact. De periode van detentie heeft veel indruk op haar gemaakt. Het is niet gelukt om in contact te komen met de ouders van de verdachte, omdat de verdachte hier niet achter stond. Het is echter van belang dat er meer zicht komt op de relatie tussen de verdachte en haar ouders, zodat zij hierin weerbaarder kan worden.
Toepassing van het jeugdstrafrecht-of volwassenenstrafrecht?
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of verdachte bestraft moet worden volgens het jeugdstrafrecht, zoals de raadsman heeft bepleit, of volgens het volwassenenstrafrecht.
De rechtbank kan – ten aanzien van een verdachte die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van 18 jaren maar nog niet die van 23 jaren heeft bereikt – het jeugdstrafrecht toepassen. De rechtbank stelt vast dat de verdachte alle bewezenverklaarde feiten na haar achttiende verjaardag heeft gepleegd. Het uitgangspunt is dan dat berechting plaatsvindt volgens het volwassenenstrafrecht.
Met betrekking tot de vraag of er, in afwijking van dit uitgangspunt, aanleiding bestaat om het jeugdstrafrecht toe te passen overweegt de rechtbank het volgende. De reclassering heeft geadviseerd om toepassing te geven aan het jeugdstrafrecht, voornamelijk omdat de verdachte thuiswonend is en praktische steun van haar ouders ontvangt. Daarentegen volgt uit het reclasseringsrapport dat de verdachte tijdens de detentie van haar moeder de huishoudelijke taken overnam en zelfstandig zorgde voor haar jongere broer. Daarnaast zijn er geen signalen voor een achterlopende ontwikkeling van de verdachte. Verder is de verdachte ter terechtzitting zonder bijstand van haar ouders verschenen en heeft zij de reclassering bovendien bewust weggehouden van haar ouders. Hierdoor heeft de reclassering geen inschatting kunnen maken van de mogelijkheden van een positieve pedagogische invloed van de ouders. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank in persoonlijkheid van de verdachte onvoldoende aanleiding om toepassing te geven aan het jeugdstrafrecht. In de strafmaat zal de rechtbank echter wel rekening houden met de jonge leeftijd van de verdachte en haar blanco strafblad.
Strafmodaliteit en strafmaat
De rechtbank heeft, naast het hiervoor genoemde, ook gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd. Daarnaast heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting.
Gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten, alsmede de omstandigheden waaronder de verdachte deze feiten heeft begaan, acht de rechtbank een combinatie van een gevangenisstraf en een taakstraf passend en geboden. Alles overziend zal de rechtbank de verdachte veroordelen tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van
30 dagen met een proeftijd van twee jaren, om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken. Daarnaast zal de rechtbank aan de verdachte een taakstraf voor de duur van 150 uren opleggen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht (omgerekend 36 uren).
7. De vordering van de benadeelde partij [naam 2] en de schadevergoedingsmaatregel
[naam 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 330,30 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Ook is oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.