ECLI:NL:RBDHA:2025:3970
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Senegalese eiser afgewezen als kennelijk ongegrond; rechtbank oordeelt dat Senegal geen veilig land van herkomst is
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van een Senegalese eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. De eiser, geboren in 1979, heeft op 23 november 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die op 7 december 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft op 18 februari 2025 de zaak behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag onterecht was, omdat verweerder Senegal ten onrechte als veilig land van herkomst heeft aangemerkt. De rechtbank verwijst naar een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarin wordt gesteld dat een land niet als veilig kan worden aangemerkt als er delen van de bevolking zijn die wel degelijk vervolging ondervinden. De rechtbank oordeelt dat de minister de asielaanvraag niet zorgvuldig heeft voorbereid, omdat de eiser niet in de gelegenheid is gesteld om zich voor te bereiden op het gehoor. De rechtbank vernietigt het besluit van de minister en draagt deze op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening wordt gehouden met de uitspraak. Tevens wordt de eiser een vergoeding van de proceskosten toegekend.