Uitspraak
Echtscheiding met nevenvoorzieningen
Beschikking op het op 21 juni 2024 ingekomen verzoek van:
[de vrouw] ,
[de man] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het F9-formulier van 1 augustus 2024 van de vrouw, met bijlage;
- het F9-formulier van 15 augustus 2024 van de vrouw, met bijlagen;
- het verweerschrift met zelfstandig verzoek, ingekomen op 20 september 2024;
- het verweerschrift op zelfstandig verzoek, ingekomen op 18 oktober 2024;
- het F9-formulier van 24 oktober 2024 van de vrouw;
- het F9-formulier van 14 januari 2025 van de man, met aanvullend verzoek en bijlagen;
- het F9-formulier van 21 januari 2025 van de vrouw, met bijlagen;
- het F9-formulier van 23 januari 2025 van de man, met bijlagen.
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).
Feiten
- Partijen zijn met elkaar gehuwd op [datum] 2003 te [plaats 1] , Tunesië.
- Zij zijn de ouders van de volgende kinderen:
- de nu jong-meerderjarige [jong-meerderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2005 te
- de nu nog minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum 2] 2013 te
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over [minderjarige] uit.
- [minderjarige] verblijft op dit moment bij de vrouw.
- Niet is gesteld of gebleken dat partijen bij het aangaan van hun huwelijk huwelijkse voorwaarden hebben gesloten.
- Blijkens de Basisregistratie Personen (BRP) hebben de man en de vrouw in ieder geval de Nederlandse nationaliteit.
- Bij proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding ter zitting van 9 juli 2024 is, voor zover hier van belang, bepaald dat de vrouw vanaf 24 augustus 2024 met uitsluiting van de man gerechtigd is tot het gebruik van de woning aan de [adres] te [plaats 2] , met het bevel aan de man om de woning uiterlijk op 23 augustus 2024 niet meer te betreden.
Verzoek en verweer
- vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (zorgregeling), inhoudende dat [minderjarige] bij de man verblijft, naar de rechtbank begrijpt, eens in de veertien dagen van vrijdag na school tot zondagavond, evenals gedurende de helft van de vakanties en feestdagen, waarbij de exacte invulling daarvan in goed onderling overleg nader zal worden bepaald;
- primair: te bepalen dat de auto van het merk BMW X1, met kenteken [kenteken] , aan de vrouw wordt toegedeeld voor € 10.000,-, waarbij de vrouw de helft van deze waarde, zijnde € 5.000,-, aan de man moet voldoen;
- te bepalen dat de gouden sieraden c.q. de waarde van de gouden sieraden bij helfte tussen partijen wordt verdeeld, waarbij de waarde van de gouden sieraden door partijen wordt vastgesteld door een taxatie;
- althans een zodanige beschikking te wijzen die de rechtbank juist acht;
- de Raad opdracht te geven om onderzoek te verrichten en rapport en advies uit te brengen over welke zorgregeling het beste aansluit bij de behoeften van [minderjarige] ;
- primair: te bepalen dat de vrouw volledig draagplichtig is voor de schuld bij OHRA ten bedrage van € 920,50;
Beoordeling
niet-ontvankelijk te verklaren in de over en weer gedane verzoeken tot echtscheiding, tenzij er redenen zijn om aan te nemen dat het ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden overgelegd (artikel 815, zesde lid, Rv).
( [postcode] ) te [plaats 2] . De rechtbank zal op dit verzoek volgens Nederlands internationaal privaatrecht Nederlands recht toepassen.
(ex-)echtgenoten wordt aangesproken door een schuldeiser en hierdoor meer heeft bijgedragen in de schuld dan het gedeelte dat hem of haar aangaat, dan heeft hij of zij voor dit meerdere op grond van artikel 6:10 BW een regresrecht op de andere (ex-)echtgenoot. Dit geldt ook voor de door de vrouw gestelde schuld die zou zijn afgelost met de verkoopopbrengst van de auto.