ECLI:NL:RBDHA:2025:4003

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
14 maart 2025
Zaaknummer
NL24.51619
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens zelfstandig vertrek uit Nederland

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 maart 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zelfstandig Nederland heeft verlaten, wat door de verweerder is bevestigd met een registratie in het informatiesysteem Indigo. Eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen op de zitting, ondanks eerdere communicatie over het gebrek aan contact. De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van zijn asielaanvraag, aangezien hij geen prijs meer stelt op bescherming in Nederland. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.51619
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. A. Kortrijk),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder,

(gemachtigde: mr. E. Sweerts).

Procesverloop

Bij besluit van 24 december 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 13 maart 2025 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank op onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. De rechtbank beantwoordt allereerst ambtshalve de vraag of eiser procesbelang heeft bij het beroep. Verweerder heeft bij bericht van 26 februari 2025 aan de rechtbank laten weten dat eiser zelfstandig uit Nederland is vertrokken. Hierbij heeft verweerder een schermafdruk van het informatiesysteem Indigo overgelegd, waaruit volgt dat eiser op 21 februari 2025 door zowel het COa [1] als DT&V [2] is geregistreerd als zelfstandig teruggekeerd.
2. Op 6 maart 2025 heeft de gemachtigde van eiser aangegeven dat zij sinds 21 januari 2025 geen contact meer had gehad met eiser. Hij heeft niet gereageerd op haar recente berichten. Bij bericht van 12 maart heeft de gemachtigde van eiser meegedeeld dat zij nog altijd geen contact heeft kunnen krijgen met eiser. Verder heeft zij meegedeeld dat zij niet op zitting zal verschijnen. Ter zitting is eiser ook niet verschenen en heeft ook niet op andere wijze van zich laten horen.
3. Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden neemt de rechtbank aan dat eiser geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland. Daarom heeft eiser geen procesbelang bij een inhoudelijke beoordeling van het door hem ingestelde beroep tegen het bestreden besluit.
4. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 13 maart 2025 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en het proces-verbaal daarvan is
openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
2.Dienst Terugkeer & Vertrek.