ECLI:NL:RBDHA:2025:4055

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 maart 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
NL24.2539
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring verblijfsvergunning asiel

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 maart 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Minister van Asiel en Migratie. De minister had op 17 januari 2024 de aanvraag van de verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard. De verzoeker, die een verblijfsvergunning in Cyprus had, stelde dat zijn asielvergunning was ingetrokken en dat de minister ten onrechte geen nader onderzoek had verricht bij de Cypriotische autoriteiten. De voorzieningenrechter heeft op 10 maart 2025 het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M.M.G. Crompvoets, en de minister werd vertegenwoordigd door mr. A.R.J. Maas.

De rechtbank heeft overwogen dat er geen sprake meer is van een procedure bij de bestuursrechter, aangezien er inmiddels uitspraak is gedaan op het beroep. Hierdoor werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 14 maart 2025 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak benadrukt het interstatelijk vertrouwensbeginsel voor Cyprus, waarbij de rechtbank uitgaat van de juistheid van de Eurodac-gegevens, die geen internationale beschermingsstatus voor de verzoeker aantonen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.2539

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], V-nummer: [V-nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. M.M.G. Crompvoets),
en
de Minister van Asiel en Migratie [1] ,
(gemachtigde: mr. A.R.J. Maas).

Procesverloop

Bij besluit van 17 januari 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd
niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld (NL24.2538). Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De minister heeft op 7 maart 2025 een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep, op 10 maart 2025 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Er is dus geen sprake meer van een procedure bij de bestuursrechter. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M.J.A. Smitsmans, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.D. Janssens, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op: 14 maart 2025.
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.